239
Het Italiaansche reglement (van 1892) is mede op Duitschen leest
geschoeid, doch met klassenonderricht.
De opleiding tot tirailleur begint daar, als de manschappen reeds
eenigszins geoefend zijn in het marcheeren en de behandeling der
wapenshet valt samen met het onderricht in de vuren.
Het Engelsche reglement (voorloopige van 1892) valt ook nog in
het kader van het Duitschede recruten krijgen het geweer na eene
week oefening zonder dat wapen.
Het onderricht in de gymnastiek, de behandeling van het geweer
en de vuren wisselen met de oefeningen in het eigenlijke exerceeren af.
Gemiddeld na drie maanden onderricht gaan de recruten over tot
de oefeningen in het tirailleerenhoe lang deze duren wordt niet
gezegd.
Het Zwitsersche reglement (van 1892) komt meer dan het En
gelsche, met het Duitsche overeen.
Tengevolge van de toestanden daar, geschiedt de recrutenopleiding
ook wel door de eigen officieren (de troepenaanvoerders of-leiders),
doch bijgestaan door andere officieren-instructeurs.
Klassenonderricht wordt alleen dan gegeven, als individueele op
leiding (door gebrek aan onderwijzers misschien) niet kan plaats
hebben.
De opleiding tot tirailleur en tot schutter begint ook daar reeds
in de eerste dagen van het verblijf onder de wapens; het onderricht
der recruten in de vuren omvat ook het schieten met scherpe pa
tronen.
Het Fransche reglement (van 1892) ademt een geheel anderen geest
dan al de hiervoren genoemde reglementen. Bij de lezing er van
voelt men even sterk dat het voor een geheel ander slag soldaten
geschreven is, als men bij het lezen van het Duitsche reglement voelt,
dat dit nooit voor Nederlandsche soldaten goed zou kunnen zijn.
En dit is geen wonder; eigenlijke „dril," waarvan men zich in het
Duitsche leger nog in geen jaren voldoende zal kunnen losmaken,
hebben de Franschen nooit gekend, evenmin als de Belgen of de Ne
derlanders.
Moderne beginselen van soldatenopvoeding, bij de drie laatstge
noemde volken eenmaal wortel geschoten hebbende, moeten zich tot