240
eene krachtige plant ontwikkelen, omdat de hinderpalen, die elders
den groei belemmeren, bij hen niet bestaan.
Het onderricht bestaat in het Fransche leger van den beginne af
uit eene afwisseling van elementaire exercitiën, gymnastische oefe
ningen, bajonetvechten, marcheeren, handgrepen, inelkaarzetten en
uitelkaaruemen van het geweer, de voorbereidende schietoefeningen,
theorieën over de krijgstucht en den inwendigen dienst.
De oefeningen in de gesloten exercitiën, het tirailleeren en de be-
teekenis der signalen komen later.]
De recrutenschool omvat daar het onderwijs aan den enkelen man
en aan de groep; het wordt klassesgewijze gegeven, doch deklassen
worden zoo klein mogelijk gemaakt.
Het gedeelte van het recrutenonderwijs, dat in de recrutenschool
wordt omschreven, omvat:
le de exercitiën zonder en met geweer op één gelid,
2e de voorbereidende schietoefeningen,
3® de exercitiën zonder en met geweer op twee gelederen,
4e het tirailleeren op het exercitieveld en in het terrein,
5® de gymnastische oefeningen,
6® de oefeningen in het vlugloopen en springen,
7® het uitelkaarnemen en ineenzetten en het onderhoud van het
geweer of de revolver,
8e de exercitiën met de revolver,
9® de hoorn- en tromsignalen en
10® het gebruik van het tirailleerfluitje en den hoorn bij de in
fanterie.
Het Belgische reglement (voorloopige van 1892) gaat geheel met
den geest van het Pransche mede, doch het drukt dien geest nog
veel sterker uit.
Het splitst de opleiding in eene tot soldaat en eene tot mensch
in eene zuiver militaire en eene zedelijke opleiding.
Het zegt dat de practische opleiding zonder moreele opvoeding
nooit eene goede basis kan vormen en nimmer tot eene goede voor
bereiding voor den oorlog kan leiden.
Het recrutenonderricht omvat daar: de elementaire exercitiën in
gesloten en verspreide orde, de gymnastiek-, scherm- en schietoefe-
