242
1 recrutenopleiding tot op het oogenblik, dat de manschappen
de oefeningen in de compagniesschool kunnen volgen,
2e. onderwijs door onderofficieren en korporaals (met eene kleine
uitzondering),
3e. opgave van de eischen, waaraan de recruut moet voldoen om
(in het excercitiereglement) af te exerceeren,
4e. samengaan van de physieke met de verstandelijke ontwikkeling,
5e. eenige regelingen in het belang van den goeden gang van het
onderwijs.
Van meer belang voor de recrutenopleiding zijn voor het Indische
leger echter de in 1878 uitgevaardigde: „voorloopige instructie be
treffende de depotbataljons en de Alg. Order van 1871 N°. 66.
Volgens die voorloopige instructie:
wordt het recrutenonderwijs gegeven bij speciaal daarvoor bestem
de korpsen
is het doel van de recrutenopleiding het vormen van nieuwelingen
tot voor den strijd te velde bruikbare militairen;
wordt stabiliteit in het onderwijs gezocht, door officieren en kader
zoolang mogelijk bij die korpsen te doen blijven en zoo min mogelijk
voor andere diensten te benutten
duurt de oefeningstijd 4—6 maanden voor Europeanen en 6—8 maan
den voor Inlanders.
Als eisch om af te exerceereu werd daarbij gesteld
grondige geoefendheid in de recrutenschool,
onderwezen zijn in de le afdeeling compagniesschool,
theoretisch en practisch geoefend zijn in de eerste afdeeling tirail-
leurschool,
onderwezen zijn in de voorbereidende schietoefeningen, bekend
zijn met het gebruik van het geweer als stootwapen,
theoretisch bekend zijn met den voorpostendienst, onderwezen zijn
in hetgeen de soldaat moet weten van den inwendingen en den garni
zoensdienst, en bekend zijn met de plichten en rechten van den soldaat.
De africhting wordt voltooid bij de veldbataljons.
Volgens de Alg. Order van 1871 N°. 66 moest bij de recruten
opleiding elk denkbeeld van overhaasting worden losgelaten en zeer veel
werk worden gemaakt van de zedelijke vorming van den soldaat.