247 en in den kortst mogelijken tijd "klaargemaakt waren om die oefeningen met vrucht te kunnen volgen. Men is in Nederland van dat stelsel teruggekomen en naar ik vermeen terecht, omdat het Nederlandsche leger een militieleger is met zeer beperkten diensttijd, waarin jaarlijks door een groot aantal nieuwe lingen een geheelen soldatencursus wordt doorloopen. In Indië, waar de aankomst van nieuwelingen onafgebroken jaar in, jaar uit en iedere maand plaats heeft, en waar over een veel ruimeren tijd tot africhting kan worden beschikt, kon het beginsel van de eerste opleiding toetevertrouwen aan specialiteiten veel verder worden doorgevoerd en krijgt de compagniescommandant dan ook ter verdere opleiding soldaten, die in alle opzichten geschikt zijn om de geheele verdere soldatenopleiding te kunnen volgen. Dat stelsel geeft dan ook beduidende verlichting van de taak der compagniescommandanten, die daarbij alleen te zorgen hebben voor de geschiktmaking van hunne compagnie als zoodanig voor het gevecht en den velddienst, en de vervolmaking van hunne manschappen in het belang der opleiding van het geheel. Slot volgt). J. J. B. Fanoij. Dl. II, 1894. 17

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1894 | | pagina 264