EENIGE BESCHOUWINGEN OMTRENT HET KONINKLIJK BE
SLUIT VAN 19 DECEMBER 1889 No. 35, BEKEND GE
MAAKT BIJ ALGEMEENE ORDER 1890 No. 10.
Art. 3. „Wanneer de bedreigde straf bestaat in dwangarbeid buiten
den ketting, ten arbeidstelling aan de publieke werken voor den kost
zonder loon of gevangeniswordt die straf, tenzij de in art. 12 ver
melde vervallenverklaring is uitgesproken vervangen:
voor zooveel dwangarbeid buiten den ketting van meer dan twee jaren,
door militaire gevangenisstraf van gelijken duur,
anders door militaire detentie van gelijken duur."
Men heeft gevangenisstraf voor Inlanders ten hoogste voor den tijd van
acht dagen en gevangenisstraf voor Europeanen van zes dagen tot vijf jaar.
In letterlijken zin opgevat zou dus ook de aan Europeanen opge
legde gevangenisstraf in militaire detentie moeten veranderd worden.
Dit geschiedt evenwel niet; blijkens Algemeene Order 1893 N°. 43
ten 3e. (wat de Europeesche militairen betreft) w ordt gevangenisstraf
voor niet langer dan één jaar opgelegd, ter plaatse ondergaan.
Met de hierboven, in het Koninklijk besluit genoemde, gevangenisstraf
zal dus hoogstwaarschijnlijk bedoeld zijn: gevangenisstraf voor
Inlanders.
Ter voorkoming van andere uitlegging ware het wenschelijk, dit uit
bovengenoemd artikel te doen blijken.
Art. 8. „Bij veroordeeling tot militaire gevangenisstraf van 5 jaren
of meer spreekt de rechter bij het vonnis tevens de in art, 12 vermelde
vervallenverklaring uit."
In verband met art. 3 van het besluit, hiervoren genoemd, zou het
aan te bevelen zijn, deze alinea te veranderen in: