249 Bij veroordeeling tot militaire gevangenis van meer dan 5 jarenomdat dwangarbeid buiten den ketting voor hoogstens 5 jaren wordt uitge sproken (Wetb. Strafr. Inl. art. 5 ten 5e) en volgens art. 3 dwang arbeid buiten den ketting (zonder vervallenverklaring) opgelegd voor den tijd van 5 jaren, vervangen wordt door militaire gevangenisstraf van gelijken duur. Deze militaire gevangenisstraf van vijf jaren zou dus zonder vervallenverklaring moeren worden opgelegd. Art. 13. „De degradatie kan door den militairen rechter worden uitgesproken bij alle veroordeelingen tot de straf van militaire detentie, gevangenisstraf of de straf van dwangarbeid buiten den ketting." Bij dit artikel is waarschijnlijk vergeten geworden, op te nemen de straf van militaire gevangenis. Naar aanleiding daarvan werd bij Algemeene Order 1891 N°. 20 bepaald, dat: „Een veroordeelde door den korpscommandant zal wor den gedegradeerd, zoodra bij het korps bericht is ontvangen van een eindvonnis, waarbij een gegradueerde gestraft is met militaire gevan genis, zonder bijkomende straf van vervallenverklaring of wel van het Gouvernementsbesluit, waarbij gratie wordt verleend van de straf des doods, met verandering dier straf in militaire gevangenis." De in die Algemeene Order gegeven last is strikt genomen niet geheel wettig te noemen. Al moge men volkomen overtuigd zijn, dat het de bedoeling van den wetgever (hier Koninklijk besluit) geweest is, de straf van militaire gevangenis te rekenen onder de in art. 13 genoemde gevangenisstraf zoo mocht eigenlijk aan dit artikel op bovenomschreven wijze geen uitbreiding gegeven worden. Immers, art. 76 van het Regeeringsreglement zegt„De militaire strafrechtspleging berust op algemeene verordeningenzooveel mogelijk overeenkomstig met de in Nederland bestaande wetten", terwijl art. 31 van dat reglement aangeeft, wat onder algemeene verordeningen moet worden verstaan, nam: le. Wetten2e. Koninklijke besluiten en 3e. Koloniale ordonnantiën (besluiten van den Gouverneur-Generaal).

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1894 | | pagina 266