ONDERLINGE ONDERSTEUNING.
HET VOORSTEL „HERING" NADER OVERWOGEN.
Kort vóór de onlangs gehouden algemeene vergadering der VereeuigiDg
tot onderlinge ondersteuning van nagelaten betrekkingen, werd door
den kapitein F. C. Hering door middel der dagbladen aan de leden
in overweging gegeven, de beide voorstellen tot hervorming van de
vereeniging te verwerpen, en in stede daarvan de voorkeur te geven
aan een door hem ontworpen werkwijze der vereeniging. Die werk
wijze werd tegelijkertijd in breede trekken omschreven.
In de algemeene vergadering bracht de Heer Hering zijn voorstel ter
sprake, doch daar de vergadering slechts te beslissen had over de keuze
tusschen de twee voorstellen, die door de in 1893 benoemde Commissie
aan de leden waren voorgelegd, en vóór één dezer (het le.) meer dau 300
stemmen van buiten Batavia wonende leden waren binnengekomen, kon
op het voorstel van den Heer Hering toen niet verder worden ingegaan.
De Heer H. meende echter de zaak niet te mogen laten rusten,
en deed de noodige stappen, om op de wijze, als in het Reglement
is aangegeven, eene Buitengewone Algemeene Vergadering bijeen te
doen komen, tot het bespreken van zijn laatste voorstel.
Heeft die vergadering werkelijk plaats, dan is het wenschelijk, dat
de leden reeds van te voren alle mogelijke inlichtingen ontvaugen
omtrent het voorgestelde stelsel van beheer en contributie, want de
vergaderzaal is de geschikte plaats niet, om over dergelijke aangelegen
heden een eigen oordeel te vellen; zelfs is het moeilijk om daar eene
meening, die uit den aard der zaak bijna geheel op cijfers steunt,
uiteentezetten. Zonder voorafgaand publiek onderzoek van het voorstel,
zou de bijeenkomst dus weinig vruchtdragend zijn.
Het is om die reden, dat ik den leden hierbij de resultaten van
een door mij ingestelde examinatie van het laatste voorstel-Hering
aanbied. Ik geef ze echter gaarne voor betere.