263 om, door voor het uitrukken op paroolbevel Dekadarchen te com- mandeeren en voor dezen nog Pempadarchen, opdat ieder dezer het bevel aan veel minder lieden heeft bekend te maken. Ook de frontlinie zouden de Pempadarchen zonder storing kunnen uitbreiden, indien zij iets later opmarcheeren, n. 1. als de juiste tijd daar is. (Men wete, dat bij de opstelling voor een slag tusschen de eskadrons eene tusschenruimte gelijk aan hunne frontbreedte moest overblijven). Wanneer verder een voorposteudienst noodig is, zoo vind ik de geheime, verborgen wachtposten bijzonder prijzenswaardig; want aldus zijn zij tegelijk wachten voor de vrienden en hinderlagen voor den vijand. Ook zijn zij zelfs, doordat ze onzichtbaar zijn, minder aan overvalling blootgesteld en daarbij voor den vijand meer te vreezen. Want te weten, dat ergens wachten staan, doch niet wdar en hoe sterk, beneemt den vijand alle vertrouwen en maakt hem iedere plaats verdacht. Zichtbare wachtposten doen het met gevaar be dreigde punt duidelijk herkennen. Daarenboven zal diegene, die ver borgen wachtposten heeft, en daarvoor eenige zichtbare ruiters opstelt, den vijand in eene hinderlaag trachten te lokkenhetzelfde kan ge schieden door eenige zichtbare lieden achter de verborgen posten te plaatsen, want ook dit eigent zich evenals het eerstgenoemde, om den vijand te misleiden. Overigens is het ook voor een verstandig aanvoerder zaak, zich nooit vrijwillig in een gevecht in te laten, zonder dat hij van te voren overtuigd is ten opzichte van den vijand in het voordeel te zijn. Daaraan toegeven, wat juist de tegenpartij het meeste welkom is, zou terecht veeleer voor verraad dan voor dapperheid worden aangezien. Verstandig is het zich vlug op dat punt te werpen, waar de vijand zijne zwakke zijde heeft, ook al is de afstand groot, want een flinke streek is minder gevaarvol dan een gevecht tegen de over macht. Mocht soms de vijand midden tusschen twee bevriende plaatsen indringen, zoo zal het, ook al is de overmacht aan zijne zijde, goed zijn, wanneer gij hem in die flank aanvalt, welke gij ongemerkt kunt naderen, en nog beter, als gij van twee zijden tegelijk den aanval kunt doen: want terwijl de eenen terugtrekken, zullen de van den anderen kant aanstormenden den vijand in verwarring brengen. Dl. II, 1894. 18

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1894 | | pagina 280