268
muren kan springen, hoogten kan afrijden en de werpspies goed kan
slingeren. Want dit alles draagt er toe bij, dat hij niet geminacht
wordt. Wanneer zij eindelijk zien, dat hij niet alleen zelfstandig weet
te handelen, doch ook zóódanig weet op te treden, dat zij tegenover
den vijand in het voordeel blijven, en als zij daarenboven nog de
overtuiging krijgen, dat hij ze niet blindelings, zonder de goden of
tegen ofiferteekens in, tegen den vijand aauvoert, zoo zal dit alles de
ondergeschikten volgzaam maken.
Zevende Hoofdstuk.
Ieder bevelhebber moet wel is waar een man van inzicht zijn, doch in
het bijzonder echter moet een ruiteroverste der Atheners uitmunten,
zoowel door eerbied jegens de goden als door ondervinding in het
krijgswezen, aangezien hij te doen heeft met vijandelijk gezinde buren,
wier ruiterij bijna even sterk en wier zwaar voetvolk talrijk is. (1)
En indien hij in het vijandelijk gebied een inval wil ondernemen,
zonder het andere „Burgerschap", zoo zal hij met zijne ruiters de
beide wapens moeten weerstaan. (2)
Indien echter de vijanden in het land der Atheners een inval doen,
dan zullen zij niet anders komen dan met andere ruiters bij de hunnen
(dus hulptroepen) en behalve dezen nog met zóóveel zwaar gewapen-
den, dat zij de gezamenlijke Atheners voor niet sterk genoeg houden
om hun weerstand te bieden. Als nu tegen zulk een vijandelijke
macht de gezamenlijke burgerij uitrukt om het land te verdedigen,
zoo laat zich het beste hopen. Want de ruiters worden Diet alleen
beter als men de noodige zorg aan hen besteedt, doch ook de zwaar
bewapenden, als zij met behulp der goden goed geschoold zijn, zul
len niet slechter zijn, daar zij lichamelijk niet zwakker zijn, en daarbij
moreel in geestdrift voor eer en roem. Ook op hunne voorouders zijn
de Atheners niet minder trotsch dan de Boeotiërs.
(1) Hier wordt gedoeld op de Boeotiërs, n.l. de Thebanen, Chaleidensers, Pho-
ciers en Lokriers. Misschien schreef Xenophon dit in den tijd tusschen de veldslagen
van Leuktra en Mantinea (371 362 v. Chr.)
(2) Met „Burgerschap'' wordt hier bedoeld het leger der Burgers of Hopliten, dat
juist de hoofdmacht der Grieksche staten vormde en in Athene uit de drie hoogste
in de belastiDg aangeslagen klassen werd getrokken, welke klassen tot den dienst der
zwaargewapende voetvechters (hopliten) zoo niet geheel verplicht, dan bij voorkeur
gerechtigd waren.