278 op een concours, waaraan de onderofficieren en soldaten, die bij het gevechts- schieten de eerste prijzen behaalden, deelnemen. Daarenboven worden van deze prijzen twee vergelijkende schietproeven gehouden tusschen de compagnieën van ieder regiment. Een dier oefeningen heeft plaats voor de recruten, waartoe ieder kapi tein 25 man aanwijst, die elk 5 patronen (individueel) verschieten. De andere oefening wordt gehouden met 40 door den compagnies commandant uitgezochte manschappen; zij geven 5 salvo's, die door den kapitein zelf worden gecommandeerd. Yoor ieder dier beide oefeningen zijn 30 francs toegestaan. Men ziet hieruit welk groot nut door de korpscommandanten kan worden getrokken uit de beoefening van dit vergelijkend onderzoek ter verbetering van de oefeningen in het schieten bij de compagnieën. Duitschland, dat met hetzelfde doel reeds jaarlijksche schietconcoursen voor de officieren hield, heeft thans een prijs toegestaan voor dien kapi tein, wiens compagnie het beste schiet van een geheel legerkorps. Een artikel van „La France Militaire" doet het groote voordeel uitko men, hetwelk de oefening in het schieten in Duitschland oplevert door den naijver tusschen de compagniescommandanten van een legerkorps en vraagt of men iets dergelijks in Frankrijk doet, waar nog tal van officieren de noodzakelijkheid ontkennen om zooveel tijd en zorg aan de vorming van goede schutters te besteden. Laten wij de samenstellers van ons schietvoorschrift er mede geluk- wenschen deze aangelegenheid zoo juist te hebben ingezien. (La Belgique militaire. CORRESPONDENTIE. Gep. Kolonel titulair J. A. Vink. Oud-Hoofdofficier Gep. ritmeester E. Rudolph Senda J. M, B. te M. T In dank ontvangen. Idem. Zoo spoedig mogelijk. In de volgende aflevering. Aan uw verzoek tot plaatsing in het Tijdschrift kan niet worden voldaan. Brief volgt. Red.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1894 | | pagina 295