287 Plichtbesef moet worden aangekweekt, achting voor meerderen moet de vrees voor hen vervangen, en in stede van den soldaat te maken tot een onmondig hindmoet hij worden opgevoed tot een tegenover zijne meerderen voor eigen daden verantwoordelijk man. De discipline van een korps, waar weinig gestraft wordt, omdat den manschappen het begaan van overtredingen bijna onmogelijk wordt gemaakt, heeft als zoodanig weinig waarde, want zij staat of valt met de omstandigheden, waaronder zich het korps bevindt en met de controle, die er kan worden uitgeoefend. Bovendien drukt dat systeem ongemeen zwaar op het kader en de officiereu en geeft het aanleiding, dat elk mindere in den meerdere den aanbrenger gaat zien, waartegen men zich alleen door onderlinge hulp kan beveiligen. Zulk een toestand moet per sé noodlottig worden voor het leger, waarin hij gaat wortel schieten en dit te meer omdat dat kwaad in het hoofdwapen den weligsten bodem tot voorttiering vindt. Omdat men bij de infanterie geene paarden heeft om aan den teugel te houden, zal men het dan met dubbele kracht de manschappen maar doen, alsof die ook niet hard worden in den mond, als de vaste, zachte hand ontbreekt, die de teugels voert. Maar om soldaten, zooals ik die zou wenschen, te kunnen kwee ken, moet aan de moreele opleiding van de recruten veel grooter waarde worden toegekend dan men gewoon is dit te doen, moet daar noodzakelijk veel meer tijd aan worden besteed en moet die tijd ge vonden worden èn door rationeele verdeeling èn door rationeele in krimping der leerstof. "We zullen later zien, welke middelen behooren te worden aange wend om dat doel te bereiken. Maar bij een goed systeem en een practische leerstof behooren voor de richtige uitvoering ook goede instructeurs. Met het oog daarop moeten de officieren en het kader van de re- crutenkorpsen uit de besten worden gekozen en moeten zij zich geheel en al aan hunne moeilijke taak kunnen wijden. Men zegge nu niet, dat men dat puikje van het kader en die besten van de officieren bij de veldbataljons meer noodig heeft dan bij een depótbataljon, want dat is niet waar, dat kan niet waar zijn.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1894 | | pagina 304