- 290 Donderdag, 13 April v.m. 2 sergeanten en 8 korporaals, Yrijdag, 14 April n.m. 1 sergeant „8 Zaterdag, 15 April v.m. 2 sergeanten 7 Yan dat kader werden gebezigd voor eene eerste klasse recruten, die binnenkort moest afexercee- ren, sterk 30 man1 Europeesch korporaal instructeur met 1 of 2 korporaals guides (1); voor eene tweede klasse recruten van 30 man: 1 Europeesch sergeant met 1 of 2 korporaals guides, voor vier derde klasse recruten, elk 8 tot 12 man sterk: elk 1 of 2 Europeesche korporaals. Maar dit is nog niet alles, want van die 1 of 2 sergeanten was er altijd minstens één, die pas met een detachement uit Nederland was aangekomen, en van de 7 tot 9 korporaals was dit mede altijd met een of twee het geval. En die week van 1016 April was voor deze Europeesche compagnie geene uitzonderingsweekWat de Inlandsche recruten betreft wier aantal ver boven de formatie was opgevoerd, van deze kon men bij het le Depotbataljon toen (en nu waarschijnlijk nog wel) klassen van 20 tot 30 pas aangeworven Javanen opgesteld zien op één gelid en onderwezen worden door 1 Inlandsch sergeant of korporaal, zonder meer. Nu vraag ik, of versterking van kader en ontheffing van alle bui tendiensten niet noodzakelijk is De sergeanten en korporaals der depótbataljons zijn niet beter dan die van de veldbataljons. Het zijn menschen van middelmatige ont wikkeling en van middelmatige plichtsopvatting; hun prestige wordt in geen enkel opzicht opgevoerd; zij zijn door diensten overstelpt. Is het wonder, dat zij op alle mogelijke manieren trachten zich aan den dienst bij een depötbataljon te onttrekken? Hun weekdienst is zwaar; zij staan aanhoudend bloot om door het vele, wat zij moeten verrichten, sommige zaken te vergeten en dan daarvoor te worden gestraft. Is het wonder, dat zij zoo'n toestand moede worden? En dit is nog niet zoo heel erg, zoolang de officieren als bij de exercitiën en de theorieën toezicht houden, maar hoe denkt men over (1) Een geschikt sergeant-instructeur was er eenvoudig niet.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1894 | | pagina 307