292 De recruten moeten van den eersten dag af aan onder goed toe zicht hunner groeps- en sectiecommandanten aan een goede tucht in de compagnie worden gewend en dit zal het geval wezen, als het kader steeds in zijn eigen groep of sectie present is en als het den noodigen tijd gelaten wordt om zonder buitengewone inspanning zijn taak te verrichten. De korporaals moeten tijd hebben om de recruten van hun groep practisch te leeren wat zij te doen hebben na de réveille, voor de exercitie, voor het appèl enz. Zij moeten in de gelegenheid zijn hunne recruten aan te houden in het begin, en te controleeren later, als deze eenmaal weten wat zij doen of laten moeten. Geene enkele tekortkoming moet aan hun oog ontsnappen, tegen elk verzuim of elke fout moet in den aanvang worden gewaar schuwd, en van elk verzuim of elke fout moet later kennis wor den gegeven aan den sectiecommandant. Deze beslist dan of de recruut voor eene begane fout aan den pelotonscommandant zal ge presenteerd worden of niet, en deze weer of de man al dan niet bij den compagniescommandant ter correctie zal worden gebracht. De eisch van het reglement van krijgstucht, dat elke fout of overtreding zal wor den gestraft moge goed zijn voor soldaten, voor recruten is hij m.i. onprac- tisch en onmenschkundig, en waarschijnlijk niet eens gesteld. Op deze wijze leert men den recruut, dat de korporaal reeds gezag heeft en dat de sergeant de man is, die de tekortkomingen aan het oordeel der officieren onderwerpt en de overtreding inge volge de beslissing van den luitenant ter kennis van den compa gniescommandant brengt. Hij zal dan in den sergeant den politieman, in den officier den rechter leeren zien, en die indruk zal hij zijn geheelen diensttijd behouden, als hij later bij goed gedisciplineerde korpsen blijft dienen. Hij krijgt dan voor den sergeant meer vrees en in den officier meer vertrouwen, en daar moet het toch heen. Alzoo van het begin af veel werk gemaakt van den iuwendigen dienst bij de recrutencompagnie, zoo ook van het onderhoud en het reinigen van het lichaam, de wapens, het ledergoed en het nachtleger, in één woord van orde, stiptheid en zindelijkheid! In het belang dezer zaak zoude ik voor de recrutenbataljons wenschen: een half uur later réveille om den eersten dienst bij daglicht te doen plaats hebben en voor de laagste klasse recruten

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1894 | | pagina 309