306 Totaal: 2 kapiteins, 7 luitenants en 325 minderen, waar onder de bediening van 2 Coehoornmortieren. 4°. Ieder geweerdragende voorzien van 50 scherpe patronen. 5°. Een officier van gezondheid van Glé-Kambing met verband middelen enz., tandoes en het noodige ambulancepersoneel. Als dragers der tandoes, mortieren en munitie (reservemuni tie 6000 scherpe patronen) vivres, enz. worden aangewezen: 15 dwangarbeiders van Lambaroe, 24 idem Anagaloeng, 10 idem Tjot Basetoel, 15 idem Gtlé-Kambing en Indrapoeri. 64 totaal. 6°. De officier van gezondheid van Anagaloeng zal den 15en te Tjot Basetoel worden gedetacheerd, van waar hij zoo noodig kan worden afgehaald. 7°. Behalve de vorenbedoelde kapitein van het 2e bataljon infan terie te Anagaloeng, wordt de kapitein N. J. Stadlmair naar Glé-Kambing gedirigeerd, om gedurende den tocht het bevel van dien post op zich te nemen en te zorgen voor de voeding der troepen van'dat korps bij terugkomst van de excursie. 8°. Ue manschappen zullen vóór den afmarsch hunne soep en rijst eten, een ontbijt in den broodzak (vleesch, brood ofketoepat) en de veldflesch gevuld met koffii of thee medenemen en bij terugkomst te Glé-Kambing het middageten nuttigendaarna keeren de troepen naar hunne garnizoenen terug. 9°. Gedurende den tocht zullen per hoofd, twee oorlammen worden verstrekt, waarvoor de genever van de cantine te Glé-Kam bing zal worden medegenomen. 10°. Aan ieder officier moet worden opgedragen na afloop van den tocht een beknopt rapport in te dienen c. q. met nauwkeurige vermelding van namen en stamboeknummers der mindere mi litairen, die in het rapport mochten voorkomen. 11°. Een officier van het 11® bataljon zal met de opname van het terrein worden belast. 12°. Zoodra mogelijk na terugkomst verwacht ik een voorloopig spoedrapport van de verrichtingen enz.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1894 | | pagina 323