308
3e colonne, de le luitenant Reeringh commandant, voorts de
luitenants Cranen en Eekhout, 125 bajonetten, en
verder de ambulance en reservemunitie.
De luitenant Rissink zou zich bij de le colonne voegen en het
te doorloopen terrein in teekening brengen.
De controleur Turk, vergezeld van enkele hoofden uit de XXII
Moekim, bij de 2e colonne, evenals de commandant van het geheel.
In de hiervcren aangegeven marschorde werd om 6 uur V. M. van
uit Indrapoeri opgemarcheerd, met verdubbelde rotten uit de flank,
met eenen afstand tusschen de colonnes aanvankelijk van 50 pas.
Allereerst marcheerende in Noordelijke richting langs een voetpad,
omzoomd door alang-alang en pisangtuinen en verder door eene droge
sawah werd allengskens de heuvelrij genaderd, die op 1700 M.
van Indrapoeri gelegen is.
Reeds spoedig zou intusschen de vijand, of om in de terminologie
van het jaar 1882 te blijven, de maraudeur van zijn aanwezen doen
blijken, aangezien de voorhoede, colonne Schmidt, reeds om 6 uur
30 min. V. M. in vuurgevecht kwam.
Even voorbij kampong Lher gekomen, werd namelijk die colonne
met eénige vijandelijke schoten begroet, die het wenschelijk maakten
zich „en tirailleur" op te lossen en het vuur te beantwoorden.
Eene sectie der colonne van der Schoor, onder luitenant Berlo,
dekte daarbij de rechterflank van de colonne Schmidt.
Langzaam, al vurende, voorwaarts gaande, werd de rand eener
terreinplooi bereikt, die aan de troepen gelegenheid gaf, een weinig
uit te blazen.
De colonnecommandant was inmiddels tot de overtuiging geraakt,
dat hij ditmaal met geen maraudeurs, doch formeel met eenen vijand
te doen had, aan wien een paar worpen uit de mortieren goed besteed
zouden zijn.
Yan lieverlede waren nu ook de 2e en 36 colonne bij de voorste
colonne aangesloten (de sectie van Berlo was weder bij de colonne
van der Schoor teruggekeerd) en bad de majoor Barthelemij na eene
vluchtige verkenning van het terrein, gemeend de navolgende bevelen
te moeten geven.