318 ten van het post- en telegraaf wezen, die geschikt zijn, om uit den dienst ontslagen, telegraphisten te vervangenluitenants van alle wa pens kunnen gedetacheerd worden. Het aantal van ieder door den minister te bepalen. Het personeel voor de instructie bestaat uit 1 luitenant, 2 onderofficieren,, 2 korporaals, 3 telegraphisten, 1 lampenist, 1 techniker en 1 electricien, allen onder commando van een officier der technische afdeeling voor militaire telegraphie. Doel der oefeningen. Gebruik der Morseteekens in de optische tele graphie, correspondentie, ook in cijferschrift, bij dag en bij nacht, kennis der instrumenten, inrichting van stations op verschillend ter rein en het maken van verbindingen met correspondeerende stations. Ook de cavalerie is voorzien van optische apparaten en beoefent deze soort van telegraphie, doch op kleine schaal, ongeveer 4 mau per regiment. In de laatste jaren wordt in Frankrijk het Linsen apparaat gebruikt (gewijzigd Mangin). Het telegraafpark van ieder armée voert 2 apparaten Linsen van 24 en 2 van 14 cM. doorsnede mede, de secties der legerkorpsen hebben 1 apparaat van 24 en 2 van 14 of 10 cM. grootte. De cavalerie heeft apparaten van 10 c.M. De optische telegraphie is in Italië opgedragen aan een speciale compagnie. In den Abessinischen veldtocht gebruikte men een ballon captif, die aan de buitenzijde met zilververf bestreken was om de schit tering te verhoogen. Bovenaan was een electrische gloeilamp aan gebracht, die zich in het brandpunt van een naar den ballon ge- keerden reflector bevond, de schitteringen werden door een Morse sleutel aangegeven. Ook tijdens de groote najaarsmanoeuvres in 1888, onder leiding van den Prins Amadeus van Savoye, is het gebruik van optische seinen zeer van belang gebleken, alleen werd in het rapport hierover aan gedrongen op het vermeerderen van het aantal toestellen en op het toevoegen van een stafofficier bij ieder toestel, ten einde het aantal vergissingen tot een minimum te beperken. Ook heeft men gebruik gemaakt van het pistool Very, hetgeen echter niet schijnt beantwoord te hebben aan de verwachtingen. Volgens de „Mittheilungen fiber Gegenstande des Artillerie und Geniewesens 1890" is het een pistool met centraalontsteking, waarbij papieren hulzen

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1894 | | pagina 335