830
de in het I. M. T. 1894, D. I, pag. 539, aangehaalde sententie van
het H. M. G., tengevolge waarvan schrijver op pag. 544 den raad
geeft, om: telkens wanneer eenig militair belast wordt met den dienst
van een hoogeren (rang of) graad, de opdracht schriftelijk te doen
geschieden door de in art. 22 e. v. van het R. J. D. aangewezen
autoriteiten, om eventueel het bewijs daarvan ten processe te kun
nen overleggen.
Dat het schier onmogelijk zou zijn, dien raad op te volgen, behoeft
zeker geen betoog. Stelt u voor, een compagniescommandant, die
telkens wanneer één zijner sectie- of groepscommandanten op wacht
of in anderen dienst komt, welke hem 24 uur of korter van de com
pagnie verwijdert bij schriftelijke order een vervangeraanwijst en deze
order aan zijne onderhebbende compagnie doet bekend maken. Ook
zou een C. C'. al wilde hij in zeer vele gevallen dergelijke orders
vooraf niet kunnen geven, gelet op het zoovele malen zoogenaamd
invallen voor diensten, waarvoor anderen waren aangewezen.
Hoe zou verder gehandeld moeten worden, wanneer twee com
pagnieën gezamenlijk menage voeren en een der beide compagnies
commandanten bij gebrek aan korporaals een fuselier als planton
aanwijst; is die order dan ook geldig voor de andere compagnie
en zoo ja zijn de manschappen dier compagnie in dat geval ge
censeerd, dien fuselier te kennenof moet hij hun soms vooraf wor
den voorgesteld? De militaire strafwet, op deze wijze toegepast,
geeft aanleiding tot onbillijkheid. Korporaal A. mag zijn sectie
commandant korporaal B. een pak ransel geven, zonder met het
Crim. Wetb. in aanraking te komen, omdat zijn compagniescom
mandant verzuimd heeft korporaal B. schriftelijk als sectiecomman
dant aan te wijzen; terwijl korporaal C. bij het bestaan van een derge
lijke order, in een overeenkomstig geval, zich des doods schuldig
maakt.
Laat art. 99 en 100 C. W. ook toepasselijk verklaard jvorden
tegenover superieuren van gelijken graad in dienst; en wel in al
die diensten, waarbij de mindere als het ware reeds de superioriteit van
dien meerdere heeft erkend, bijv. in het gelid, bij oefeningen, corveé,
wacht, e. d.in het kort in al die gevallen, waarbij elk militair
zelfs al waren hem de militaire wetten nooit voorgelezen instinct-