opbreugen. Dat de regeling voor hen niet billijk zou zijn, is iets wat niet toegegeven kan worden, daar zij vermoedelijk bij geen Levens- zekeringmaatschappij meer te recht zoude kunnen komen, en bij ons zonder keuring en tegen lager tarief dan bij eenige Mü. worden verzekerd, doch tegen een non possumus op financieel gebied valt geen enkel argument aan te voeren. Voor hen zou ik echter gaarne de hulp der kameraden inroepen. Wanneer zij bij geheim schrijven aan het bestuur mededeeling doen van hun slechten financieelen toestand, onder opgave van het bedrag dat zij maandelijks kunnen bijdragen, kan hetgeen daaraan ontbreekt door de kameraden worden bijgepast. Een geringe maandelijksche heffing van de leden zal het bestuur daartoe in staat stellen. De zaak moet om de kiescheid niet te kwetsen natuurlijk geheim worden gehouden. De druk, op die wijze aan de kameraadschap opgelegd, zal, vermoed ik, niet groot zijn, daar iedereen zoo eenigszins mogelijk er prijs op zal stellen zelf te betalen wat de billijkheid vordert en slechts bij volstrekte onmogelijkheid de hulp der kameraden zal inroepen. De bijdragen zullen bovendien voortdurend verminderen en ten slotte geheel onnoodig zijn, daar wanneer de thans aanwezige oude leden zijn uitgestorven, door niemand meer een contributie behoeft te worden betaald, die boven zijn krachten gaat. Meent men echter, dat deze regeling de kieschheid zou kwetsen, en velen liever hun lidmaatschap zouden opzeggen, dan tot het inroepen van den steun der kameraden over te gaan, dan zou men als algemeenen maatregel alle gepensionneerde subalterne officieren, met een lichtere contributie kunnen belasten. Deze zou dan echter gevoegelijk gesteld kunnen worden op hetgeen door hen volgens den maatstaf van het inkomen zou moeten worden betaald. Voor een gepensionneerd 2e luit. wordt dan de contributie maandelijks: l|°/0 van f 100 f 1.25 id. Ie luit. H°l0yan f 125 f 1.56 of in ronde cijfers f 1.50 ld. kapt. 14-van- P T 12 f 2.08 of in ronde cijfers f 2 Het totaal bedrag hunner contributie wordt dan: 23 •J i. nf 2000

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1894 | | pagina 34