338 commissie werkzaam gesteld, om meer overeenstemming te brengen tusschen de Nederlandsche en de Indische reglementen en alle niet deugdelijk te motiveeren verschillen te doen ophouden. Waar dit kan, is gelijkvormigheid wel gewenscht maar niet be paald noodzakelijk en dient slechts tot gemak van de weinige offi cieren, die over en weer worden gedetacheerd en het kader dat van uit Nederland komende, bij het Indische leger overgaat. Die gelijkvormigheid zal zich moeten bepalen tot de bewegingen en opstellingen die in de reglementen van beide legers dienen voor te komen; er zullen evenwel nog zooveel verschillen overblijven, dat overeenstemming hier en daar weinig nut zal opleveren. Zoo komen wij bijv. al dadelijk met de opstelling van den enkelen man in het gelid in conflict met Europeesche toestanden. Daar ginds is de sol daat bepakt op een wijze die voor het draagvermogen van den mensch bewondering afperst, de man behoeft dus in het gelid veel meer ruimte dan de Indische soldaat, die, voor het gevecht uitrukkende, in het geheel niet bepakt is of behoort te zijn. Doch er is meer. Een andere vechtwijze eischt andere vormen en opstellingen; de marsch- en veiligheidsdienst worden bij ons anders uitgevoerd dan in Nederland, vooral de laatste levert nog al aanmerkelijk verschil opde pionierdienst kan slechts voor een klein deel gelijken op dien van het moederland, omdat wij met geheel andere materialen werken de opleiding tot schutter moet in Indië anders plaats hebben dan in Nederland, daar wij meer behoefte hebben aan een goed indivi dueel schot enz. De zeer korte diensttijd in het Nederlandsche leger dwingt daar tot weglating uit de exercitie-reglementen van alles wat niet strikt noodig is, ja de omstandigheden noodzaken wellicht hierbij verder te gaan dan sommigen wenschelijk achten. De stramme exercitie is een der geschiktste middelen tot aan kweeking en onderhoud van tucht en mag dus niet verwaarloosd worden. Om nu die, bijna dagelijks wederkeerende, oefeningen echter niet te eentonig te maken, is het wenschelijk in de reglementen meer bewegingen op te nemen dan bepaald noodig zijn voor het eigenlijke hoofddoel: het gevecht. Bovendien moeten de troepen van het Indische leger nu en dan

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1894 | | pagina 355