362
het peloton cavalerie, dat den Pedirdijk verkend had, in vereeniging
met een peloton infanterie op den kop van dezen dijk stelling nam,
om zoo mogelijk den vluchtenden vijand, die het terrein zeer in zijn
voordeel had, eenige salvo's achterna te zenden.
Punt 2.
In gewone omstandigheden rukte de cavalerie driemaal 's weeks
uit tot het patrouilleeren in een of meer sectoren, waarin Groot-Atjeh
binnen de linie verdeeld was. Eenmaal zelfstandig, de beide andere
keeren in verband met infanterie. Patrouilleerde de cavalerie zelf
standig, dan marcheerde zij zooveel mogelijk verspreid. Afgedeeld
in twee pelotons formeerde het voorste peloton een linie van éclai-
reurs, gevolgd door eene kleine gesloten afdeeling, die op haar beurt
op den noodigen afstand gevolgd werd door het tweede peloton, dat
gesloten bleef en voor de beveiliging in den rug zorgde.
Bijna altijd liet het terrein dezen marschvorm toe en was het be
paald uitzondering, wanneer niet uitgezwermd kon worden en men
aan den weg gebonden was. Zelfs de 4® sector de oude zevende
bij de infanterie wel bekend om de hooge alang-alang, die niet het
minste uitzicht gaf en het marcheeren buiten enkele voetpaden niet
toeliet, werd door de cavalerie in verspreide orde doorzocht en eischte
van haar niet de minste inspanning.
Werd de doorzoeking verricht in verband met een of meer com
pagnieën infanterie, dan werd gewoonlijk slechts een peloton cavalerie
aangewezen, dat den dienst van voorhoedecavalerie op zich nam en
de taak der volgende infanterie al zeer licht maakte.
Deze verbinding van de twee wapens had bovendien het groote
nut, dat men elkander apprecieerde' en dat officieren en minderen der
infanterie met eigen oogen aanschouwden wat eigenlijk doorzoeken
en verkennen was.
Als bewijs, dat het vertrouwen op vooruitmarcheerende en ver
kennende cavalerie nu en dan nog wel iets te wenschen overliet,
diene het volgende voorbeeld
Bij het doorzoeken van den len sector door cavalerie en infanterie
was door de cavalerie de vlakte van Moesapi met de zich daarop
bevindende oude aarden versterkingen reeds verkend nog vóór de