26 Voorloopig zal dit bedrag dus meer bedragen dan voor dekking van het tekort noodig is; het overschietende kan dan in de kas gestort worden, en dienen tot aanvulling wanneer over eenigen tijd, de heffing niet meer toereikend zal zijn om het tekort te dekken. Komt men later in de periode, dat de tekorten dalen, dan wordt door het Bestuur alleen dan eene heffing uitgeschreven, wanneer dit noodig is. Mettertijd zullen die buitengewone contributies geheel ver vallen, dat is als het thans levend geslacht boven de 25 jaar is uitgestorven. H. Kottinö. 31 Mei 1894.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1894 | | pagina 37