369 maar van terecht. Zoo alle ruiters vau de patrouille het doel niet bereiken, zoo zal dit al licht aan een paar ruiters, laat staan aan één ruiter gelukken; het doel is bereikt. Maar men houde in het oog, dat voor een dergelijke opdracht bij voorkeur vrijwilligers gevraagd worden. En uit hen, die zich aan bieden, kiest men dan nog ruiters en paarden, waarin men ten volle vertrouwen heeft. De karabijnen geladen, niet om een vijand te treffen, maar om in het uiterste geval niet levend maar dood in s' vijands handen te vallen. De patrouille vond den colonnecommandant, die met dooden en gewonden naar Lamjong terugtrok, in kampong Kroeng Kali. Zeer meldenswaardig is het feit, dat de patrouille twee paarden afstond tot het vervoer van een gewond infanterieofficier en van een gewonden infanterist. De paarden werden daarbij aan de hand van hunne respectieve ruiters geleid. Niet dat dit vervoer van gewonden voor ons iets buitengewoons is, het tegendeel is waar; maar wij maken melding van het feit, om op te komen tegen het denkbeeld van vele officieren, die van meening zijn, dat de cavalerie hare dooden en gewonden in den steek zou moeten laten. Een meening alleszins onjuist, waarbij wij echter niet ontkennen, dat er zich wel eens een geval kan voordoen, waarbij dit zal plaats hebben, evengoed als dit bij een enkele infanteriepatrouille het geval geweest is. Wat het vervoer van dooden en gewonden aangaat, heeft bij gelijke sterkte en onder gelijke omstandigheden op dit gebied de cavalerie- patrouille veel op de infanteriepatrouille voor. Zien wij eens de meening van den heer Fanoy, omtrent het vervoer van dooden en gewonden bij de cavalerie in zijn opstel, geplaatst in de 4e aflevering van dit jaar in het Indisch Militair Tijdschrift (blz. 298, 2de alinea van onderen) luidende als volgt: „Wat het gebruik van cavalerie tegen den Inlandschen vijand „betreft, dit moet beperkt blijven tot het gedeelte terrein, waarop de „eventueele gewonden veilig zijn. „Zoodra cavalerie gewonden moet gaan medevoeren, is zij geen „cavalerie meer, kan zij ten minste niet meer als zoodanig gebruikt „worden.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1894 | | pagina 386