371 Een wachtmeester, die een gevaarlijk schot door de pols kreeg, rende, na bekomen vergunning, zonder dekking naar de hoofdcolonne een cavalerist die een schot door de dij kreeg, dus te voet niet had kunnen loopen, ging, toen het oogenblik gunstig was, zonder dekking naar de hoofdcolonne. Paarden, die gewond waren, zelfs was er een met vier schoten, liepen kalm door en bleven force majeure dienst verrichten met de ruiters er op. Ware het noodig geweest, dan waren de ruiters wier paarden gesneuveld waren, bij een kameraad op het paard gesprongen. Wel is waar presteert zulk een dubbelruiter niet veel, maar zij rijden in alle gangen mede, volgen in elk terrein en is het oogenblik geschikt, dan gaan zij naar de hoofdcolonne. De cavalerist met het schot dwars door den mond, ging op eigen gelegenheid naar de ambulance. De heer Fanoy zal mij dus wel willen toegeven, dat gesneuvelden en gewonden al heel weinig last veroorzaakten. Ware ditzelfde bij eene infanteriepatrouille of bij een peloton infanterie gebeurd, dan zou de commandant vrij wat meer last met de gewonden en dooden gehad hebben en de uitvoering van een op- dracht vrij wel bedreigd hebben. Maar wij gaan verder. De kleine patrouille, die geheeel zelfstandig voor Kota Toeankoe stand hield, zonder op eenigen steun of hulp te kunnen rekenen, bevond zich ook al weer niet in een terrein, waarop eventueele gewonden veilig waren. En wij zouden voor den heer Fanoy nog tal van voorbeelden kunnen aanhalen die zijne bewering logenstraffen, doch genoeg hier over. Alleen zouden wij, cavaleristen, hem willen toeroepen: Voor gij cavalerie en nog wel cavalerie tegenover een Inlandschen vijand bespreekt, vraag dan, voor ge veroordeelt, eens de meening van bevoegden op cavaleriegebied. Wij herhalen Onverschillig het terreinwaarop geageerd wordtis het vervoer van dooden en gewonden bij de cavalerie veel gemakkelijker dan bij de infanteriede geivonden verkeeren bovendienwat spoedige geneeskun dige hulp betreftmenigmaal in veel gunstiger omstandigheden.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1894 | | pagina 388