374 1 Waar zat het andere te Kota-Radja aanwezige peloton cavalerie? 2e. Zouden de twee pelotons cavalerie dien dag niet op hunne plaats vóór de colonnes zijn geweest, bij den opmarsch voor de ver kenning, bij het terugtrekken om den vijand bezig te houden en de terugkeerende colonnes lucht te geven, altijd na aftrek van een zestal cavaleristen voor den ordonnansen dienst? Maar veel ordonnansen hebben nog een schaduwzijdezij toch zijn te vergelijken met de werking van telephoon of telegraaf. Bon entendeur demi mot suffit. Daar het doel, het herstellen van de gemeenschap met Biloel op den 26en Juni, alzoo niet bereikt was, moest den volgenden dag nog maals getracht worden de gemeenschap te herstellen, ten einde de bezetting van genoemden post van munitie te voorzien. Het transport, gedekt door een compagnie infanterie, volgde den weg Tjot Goë Toeran Biloel, terwijl een compagnie, waarbij een peloton cavalerie stelling nam in den O. rand van kampong Toebaloe. De cavalerie had in opdracht Niet vooruit te gaan en te zorgen geene gewonden te krijgen. Al dadelijk belooft dit „niet vooruit te gaan" niet veel. Lijdelijk moest dan ook het peloton cavalerie aaDzien, dat zich een bende van 80 Atjehers in de klappertuinen van kampong Atoeh, iets ten N. O. van kampong Toebaloe, vereenigde. Het peloton was immers door strenge orders gebonden aan kampong Toebaloe. Erg bevorderlijk tot een goede instandhouding van den waren ruitergeest is deze opdracht voorzeker niet, wij vernamen dan ook dat onze cavaleristen in den zadel zaten te hunkeren om de bende uit elkaar te slaan en zoo dit peloton gechargeerd had, zouden er verscheidene vijanden neergesabeld zijn. Maar als men geen gewenden mag krijgen, dan kan men het woord „chargeeren" wel uit de cava- leristische dictionnaire schrappen. Toch had het stelling nemen van het peloton cavalerie in zoover succes, dat die 80 heeren er door in bedwang bleven en alzoo niets konden uitvoeren tegen het transport, dat gelukkig Biloel bereikte. Wij veroorloven ons de opmerking, dat de compagnie infanterie alleen wel in staat geweest zal zijn de bende in bedwang te houden

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1894 | | pagina 391