375 en dat uit dit oogpunt het peloton cavalerie, dat niet vooruit mocht, gerust thuis had kunnen blijven. De in stelling zijnde compagnie had tot dekking harer flanken slechts beveiligd behoeven te zijn door een kleine cavaleriepatrouille op elke flank. Eenige dagen later escorteerde een peloton cavalerie het civiel bestuur naar Anagaloeng. Gedurende den marsch werd het peloton op zijn rechteiflank door den vijand bedreigd, die van uit de benting Djoe Bada, door ons den 10en Mei van dit jaar genomen en geslecht, op de colonne vuurde. Na het slechten schijnt de vijand de benting alzoo wederom opgeworpen te hebben. Meermalen heeft cavalerie hooggeplaatste, zoowel civiele als militaire, ambtenaren geëscorteerd. Toch gelooven wij, dat cavaleriedekking nu juist niet de meest secure voor hen is, want dat die ambtenaren in een hachelijke positie zouden verkeeren, wanneer de cavalerie tot zelfverdediging tot den aanval vooruit zou moeten gaan, zal men ons wel willen toegeven. Wij hebben dan ook nooit begrepen, hoe het mogelijk is, dat men haar dergelijken schat toevertrouwde, wanneer men haar voor den een- voudigsten veiligheidsdienst niet ziet gebruiken. Maar afgescheiden hiervan zijn er nog tal van andere argumenten, die het escorteeren vooral van hooggeplaatste civiele ambtenaren doen afraden. Nogmaals een transport van twaalf karren naar Biloel. Eenige dagen na de hierboven beschreven herstelling der gemeen schap zou een transport van 12 karren langs den weg Lampeneroet Tjot Goë., Biloel trachten te bereiken. Ten einde dit transport op de flanken te dekken, waren de vol gende maatregelen genomen. Een compagnie infanterie, waarbij een peloton cavalerie, moest den weg Lampeneroet Biloel volgen, tot iets ten Zuiden van kampong Nesoeh, aan dien weg gelegen, hier in Westelijke richting de sawah naar Lamkoenjit oversteken en de missigit verkennen. Een compagnie infanterie, met een sectie artillerie, zou kampong Toebaloe bezetten. Yolgen wij het peloton cavalerie. Dl. II. 189é. 25

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1894 | | pagina 392