381 overnemen van den veiligheidsdienst bij transporten, die anders door de (infanterie) dekking zelf moet worden waargenomen, doch dit ge deelte van de taak der cavalerie behoort eigenaardiger bij den trans portdienst behandeld te worden. Moet nu de tactiek der cavalerie in Indië afwijken van die in Europa? In de eerste plaats die tegen den buitenlandschen vijand waarschijn lijk wel, want deze komt bjjna zeker met grootere, krachtiger en vluggere paarden (grootere massa en grootere snelheid) en misschien ook wel met moreel hooger staande ruiters, van daar voor onze ca valerie waarschijnlijk toepassing der regels voor het gevecht van lich tere tegen zwaardere ruiterij, als zij niet geheel en al van het gevecht moet afzien, wat ik niet hoop, en ook niet geloof. Hier is een studie voor cavaleristen aangestipt, die wel eens onder handen mag genomen worden! In de tweede plaats die tegen den Inlandschen vijand. Deze bezit geen cavalerie (Zuid-West Celebes uitgezonderd); het gebruik van cavalerie tegen dien vijand wordt dan ook beheertcht door deregels voor het gebruik van dat wapen tegen, laat ons zeggen „middel matige'' infanterie met enkele onhebbeljjke gewoonten, zooals het mutileeren van gevangenen en gewonden. "Volgens mijne meening moest het laatste gedeelte van bovenstaand „gegeven" leiden tot het bepalen van een „werkingssfeer" voor de cavalerie tegen dien vijand, die ik aangaf door het terrein waarop de gewonden (betrekkelijk altijd) veilig zijn. Maar in ieder geval wenschte ook ik „gebruik" van de cavalerie tegen den Inlandschen vijanddesnoods verkeerd „gebruik", want daaruit leert men ten minste ietsal is het leergeld dan cok duur, maar wenschte ik geen „misbruik" van dat wapen, want dan betaalt men het leergeld te duur, en voor „misbruik" vrees ik als men geen enkele limite stelt. In de veroordeeling van de door den ritmeester aangehaalde para graaf van het "Voorschrift op den velddienst, dat nog wel de hande lingen der troepen beschouwt als deze nog niet in onmiddellijke aanraking met den vijand zijn, ga ik dan ook geheel mede, niet echter daar waar de ritmeester het abusievelijk doet voorkomen alsof

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1894 | | pagina 398