382
het in die paragraaf neergeschrevene mijne woorden waren (blz. 370,
4e al. v. b
Toch kan er nog altijd een gegrond verschil van meening tusschen
den ritmeester en mij blijven bestaan, al loopen onze opvattingen
over het „tactisch gebruik" van de cavalerie na deze toelichting
misschien geheel parallel, en wel een verschil dat loopt over het
stellen der bovengenoemde limite.
Zeer zeker wist ik ook wel dat cavalerie baar lichtgewonden niet
behoeft mede te voeren, die rijden mee, evengoed of betrekkelijk
zelfs nog beter dan een licht gewond infanterist mee loopt, en wist
ik ook wel dat de cavalerie bij bet krijgen van licht gewonden altijd
nog onder gunstiger omstandigheden vei keert dan de infanterie.
Ik sprak echter van cavalerie die gewonden moet gaan medevoeren
en had daarbij die gewonden op het oog die zich zelf niet meer
kunnen redden, en zeide dat zelfs in dat geval de cavalerie nog
grootendeels hare geschiktheid voor de verkenning behield, iets wat
ik van de infanterie zeer zeker niet zou zeggen, want verkennende
infanterie die gewonden moet gaan medevoeren verliest hare bewe
gelijkheid al heel spoedig. Doch afgezien daarvan is de infanterie,
zelfs zonder gewonden, op voor cavalerie bruikbare terreinen en bij
dag steeds in zeer veel geringere mate voor de verkenning geschikt
dan de cavalerie, omdat zij te langzaam is.
Daarom, zelfs bij kans op zwaar gewonden, de cavalerie gebruiken
voor de verkenning, en ook voor het gevecht (de charge), maar
binnen zekere ruimtegrenzen.
Uit de opstellen van den ritmeester in dezen jaargang van dit tijd
schrift voorkomende, zoude men zich reeds een denkbeeld kunnen
vormen van die ruimte bij de veikenning vóór en gedurende het ge
vecht 500 M. bij verkenningen waarbij misschien gevochten moet
worden en 2 KM. bij verkenningen waarbij alle denkbeeld aan
vechten is uitgesloten), doch volstrekt niet van die ruimte met het
oog op het eigenlijke gevecht der cavalerie.
De voorbeelden die de ritmeester aanhaalt spreken zeer zeker voor
eene wijde strook van actie bij de verkenning, maar berusten deze
voorbeelden op zeer gunstige of op normale omstandigheden?
Ik vermoed het eerste, want zwaar gewonden kwamen niet voor;