388 d'équipe, 6 maitres ouvriers, 20 ouvriers, 7 ordonnansen, bereden en onbereden, enz. te zamen 76 man, 48 paarden en wagens; 42 KM. veld- en 8 KM. lichte kabel, 8 Morsetoestellen, 2 microphonen, 4 telephonen, 11 tik- en 3 optische toestellen, 232 bamboe en 24 ijzeren stangen, benevens isolatoren en eenige kilometers blanken draad. De sectie wordt verdeeld in 2 afdeelingen (ateliers) en 1 reserveafdee- ling, ieder sterk 1 officier, 14 technische manschappen en 4 wagens. De sectiën der 2e linie worden gedeeltelijk aan de etapendirectiën, gedeeltelijk aan het spoorwegdepartement toegevoegd en voeren op 5 wagens (met inbegrip van een veldsmederij) 2 KM. veld-, 4 KM. lichte kabel, 12 Morsetoestellen, 200 houten stangen, 8 telephonen, 12 KM. blanken draad en 9 tiktoestellen mede. Yoor den dienst der 3e zone gebruikt men de sections de télégraphie légere, die voor de zelfstandige cavaleriedivisiën zijn aangewezen. Zij bestaan uit cavaleristen-telegrafist (van de school te Saumur) onder leiding van bereden telegraafbeambten, en dienen ter verbinding van de cavaleriedivisiën onderling en met de hoofdkwartieren. Zij moeten bestaande geleidingen benutten en voeren gedeeltelijk ook materialen mede, het overschietende dezer materialen wordt ge laden op den cavaleriebrigadewagen (optische instrumenten). Bij cavalerieregimenten bij niet zelfstandige divisiëti heeft men een tele- graaftroep van 1 onderofficier en 4 man, ter bediening der op den brigadewagen voorhanden zijnde optische instrumenten. Bij ieder infanterie- en jagerbataljon is eene afdeeliug voor het seinen met vlaggen en lantarens. In Oostenrijk, waar eveneens de civiele ambtenaren een hoofdrol speel den bij de militaire telegraphie, is deze toestand in 1892 veranderd, zoodat in de formatie der veldtelegraphie geen burgerambtenaren meer voorkomen. De telegraafschool te Kornenburg en de tweejarige practijk in Bosnië blijken geheel voldoende te zijn om alle posten te be zetten. Het onderricht der cavalerietelegrafisten heeft aan een school te Tulln plaats. 11 officieren en 56 onderofficieren nemen daar jaar lijks deel aan een achtmaandelijkschen cursus. De samenstelling is als volgtHet opperlegercommando heeft een tele- graafafdeeliug; ieder legercommando een veldtelegraafdirectie (ten einde

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1894 | | pagina 405