404
gende peloton van Deventer werd menig soldaat buiten gevecht ge
steld, terwijl die officier zelf aan de knie gewond, daarop eene zware
verwonding aan het hoofd bekwam.
Door al die verliezen ontstond er dan ook, trots het flinke vóór
gaan van den luitenant-adjudant Bonga, eenige weifeling bjj de
voorste sectiën, waaraan het met vluggen pas opsluiten van de
achterste compagnie Buijs zeer te stade kwam.
Tot recht verstand zij hier vermeld, dat van de 3e compagnie van
Haeften, waarvan van Deventer's peloton deel uitmaakte, het overige
peloton Lisnet, waarbij van Haeften zich persoonlijk bevond, eene
stelling ter rechterzijde van den dijk had ingenomen, om van daar
uit vuur te geven op het door den vijand bezette terreiü tusschen
Koewala-Zuid en den kop van den Pedirdijk.
Inmiddels poogde de kapitein Buijs eene sectie infanterie onder
luitenant Holwerda ter zijde van den dijk te detacheeren, ten einde
's vijands rechtervleugel te bedreigen.
De manschappen dezer sectie zonken echter tot over de knieën
in den modder weg en kwamen weer spoedig op den Pedirdijk te
rug, omdat het niet doenlijk was zich in dat moeras voort te bewegen.
Drie man dezer sectie verloren bij dit uitstapje slobkousen, schoe
nen en kousen, zoodat zij op bloote voeten den verderen tocht had
den mede te maken.
Onder al die bedrijven hoopten zich de verliezen bij de onzen vrij
bedenkelijk op en telde de compagnie van Haeften reeds 8, de com
pagnie Buijs 16 gewonden.
Onder deze laatsten telde kapitein Buijs zelf ook mede, aangezien
hij behalve een kogel, die zijn sabel deukte en twee schampschoten
aan de dij, een schot door de hand kreeg, hetgeen hem echter niet
weerhield, het commando over zijne compagnie te blijven voeren.
Op den rechtervleugel was inmiddels ook de compagnie van den
Brandeler vastberaden voortgerukt, zich niet storende aan het hoogst
moeielijke terrein, dat zij tusschen Lehó en Koewala-Zuid te door-
loopen had.
Terwijl ook die troepenafdeeling veel vuur van den vijand tot
zich trok en diensvolgens enkele verliezen onderging, de luite
nant Cornelius o. a. ontving een schampschot aan de dij gelukte