405 het haar Koewala-Zuid zeer nabij te naderen, waardoor 's vijands linkervleugel ernstig bedreigd werd. Ongeveer op datzelfde oogenblik stormden de troepen, die zich op den Pedirdijk bevonden, op den vijand los en was de vijandelijke stelling, eene loodrecht op den Pedirdijk aangelegde loopgraaf, kort daarop in onze handen. De Europeesche sergeant-majoor van der Maesen de Sombreff, de Europeesche sergeanten Bouman en Timmers, zoomede de Europee sche korporaal Frankel waren van het mindere kader de eersten in de loopgraaf en geraakten er handgemeen. Terwijl van der Maesen de Sombreff met een revolver een Atjeher doodschoot, werd aan Bouman, terwijl hij zijn geweer herlaadde, dit wapen uit de handen gerukt door een Atjeher, die daarop door een soldaat, wiens naam wij tot ons leedwezen niet met volle zeker heid kunnen vermelden, werd neergeschoten. In en om de stelling des vijands werden 17 doode Atjehers ge teld, wij daarentegen bekwamen 5 dooden en 33 gewonden, waar van er nog dienzelfden dag 2 bezweken. De officier van gezondheid Ekerman had dan ook handen vol werki waarvan hij zich ten beste kweet. Terwijl nu ook de compagnie van den Brandeler Koewala-Zuid was binnengerukt en zich met de compagnieën van Haeften en Buijs vereenigde, zette deze verzamelde troepenafdeeling haren marsch in Noordelijke richting voort, waarbij zij van afstand tot afstand eenige aard- opwerpingen der Atjehers kon opmerken, die in verband met de door dezen opgeworpen loopgraaf getuigenis aflegden, dat onze vijand in de veldversterkingskunst vorderingen had gemaakt. De vijand zelf, 150 man sterk, was inmiddels gevloden in het voor onze troe pen zoo goed als onbegaanbare terrein, dat ten Westen van Lak- samana en bezuiden Kandang Radja Bedil zich Westelijk tot aan de Atjehrivier uitstrekt. Het 12e bataljon infanterie, zoomede de detachementen van het garnizoensbataljon op onzen rechter-(daaronder ook te rekenen de com pagnie Brongers van het 3e bataljon) hadden evenals de compagnie Claasen van het 14e bataljon op onzen linkervleugel geene ontmoe ting met den vijand.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1894 | | pagina 422