HET JONGSTE SCHRIFTELIJK EXAMEN VOOR EENE PLAAT SING OP DE CADETTENSCHOOL TE ALKMAAR. Aan de adspiranten werden de navolgende vragen gesteld. Talen. Te vertalen in het Eransch (1 uur). Herinnert gij u de dames, die wij veertien dagen geleden ontmoet hebben bij den Heer Péquin? Ik heb ze gisteren weergezien in de wachtkamer van het station te 's Hertogenbosch. Hoewel ik weinig tijd had (ik moest om half zeven naar Alkmaar vertrekken), groette ik ze zeer beleefd. De oudste herkende mij terstond. Evenals de vorige maal droeg zij stroogele handschoenen en eene witte voile. De jongste, aan eene tafel gezeten, las een brief, waarvan ik den datum kon zien: 's Gravenhage, 11 Juli 1894 (in letters). Opdat wij haar met zouden hinderen, spraken wij zacht en de tien minuten, die wij samen gebabbeld hebben, waren spoedig voorbij. Zij vertelde mij, dat zij in Beieren en Zwitserland hadden gereisd. Zij hadden er veel gewandeld en hare zuster had er behagen in geschept, eenige land schappen te teekenen, die zij mij liet zien. Hoe prachtig de natuur daar ginds ook was, gaf zij de voorkeur aan het strand in de Noord zee. Het had weinig gescheeld, of ik had den trein gemist. Ver onderstel dat dit geschied ware, dan zou ik te Alkmaar niet bijtijds hebben kunnen aankomen. In het Engelsch (1 uur). De kleine Jannita zat alleen bij eene melkstruik. Voor en achter haar strekte zich de vlakte uit, die bedekt was met rood zand ca

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1894 | | pagina 446