432 2e vraag. Los x en y op uit: 1X s 6" 1 3e vraag Yan eene meetkundige reeks van 10 termen is de reden 2 en de som der termen 93; van eene rekenkunstige reeks is het verschil Als men weet, dat het product der 4de termen van beide reeksen gelijk is aan den 3den term der rekenkundige reeks, hoe veel termen moet deze laatste dan bevatten, wil de som van beide reeksen gelijk zijn. (i uur) Meetkunde le vraag. In ABC liggen D, E en F respectievelijk op AB, BC en AC en wel zoo, dat AD AB, BE BC en CP AC. De lijnen,1 die D met E en B met F verbinden, snijden elkander in G. Welke verhouding bestaat er tusschen DG en GE en tusschen BG en GF. 40 minuten 2e vraag. In een cirkel met middelpunt M is AB eene gegeven middellijn en C een punt op die middellijn tusschen A en M gelegen. De lijn, die CB loodrecht middendoordeelt, snijdt den cirkelomtrek in D. Op den boog AD wordt het punt E zoodanig genomen, dat boog ED boog BD is. Indien DE de verlengde lijn BA snijdt in F, wordt gevraagd te bewijzen, dat AM2 =MCx MF. 40 minuten 3e vraag. Als men in eenen regelmatigen vijfhoek alle diagonalen trekt, dan ontstaat er weer een regelmatige vijfhoek. Bereken diens inhoud als de zijde van den oorspronkelijken vijfhoek gelijk a is. 40 minuten 7 2 y 63 (5 u"r)

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1894 | | pagina 449