445
beschrijving, die later herhaaldelijk als voorbeeld is aangehaald, ook
uit het oogpunt van critiek. Zij was samengesteld door een man,
die, reeds in 1876 overleden, bij de meeste officieren van den tegen-
woordigen tijd onbekend is, maar die nog niet vergeten is bij hen,
die de gelegenheid hebben gehad, die even ridderlijke als sympa
thieke figuur te leeren kennen en waardeeren. De latere kapitein
der genie C. A. Rombouts, die zelf de Pasoemahexpeditie had bij
gewoond, was de schrijveren zijn werk zelf was het bewijs dat
het van eene alleszins bevoegde hand afkomstig was. Yan zijne hand
js ook de geschiedenis van de verdediging van Java van 18081811,
in den tweeden jaargang opgenomen. Een derde, zeer uitvoerig
opstel over de verschillende stelsels, voor de verdediging van Java
van 1814 tot 1854 ontworpen, is niet voltooid, veel minder gepu
bliceerd geworden de generaal Kroesen adviseerde, tot de publicatie
machtiging te verleenen; de Indische Regeering vroeg de beslissing
vaD den Minister van Koloniën, en deze weigerde. Ook een daarop
aan den Koning gericht rekest had geen beter gevolg.
Wij hebben deze beslissing steeds betreurd, en betreuren haar nog,
al zou, na al wat in de laatste twintig jaren op het gebied van
Java's defensie is geschreven en verricht, de waarde van Rombouts
arbeid thans wellicht minder zijn dan zij in 1872 was. Die arbeid
was echter ook toen reeds van zuiver historisch belang, geen lands
belang zou door de openbaarmaking geschaad zijn geworden. Maar
in 1872 begreep men nog niet de juistheid van Brialmont's woord,
dat als motto boven het opstel van Rombouts was geplaatst: „le
mystère et le silence ne servent a rien, pas même a cacher les fautes
commises" {Etudes sur la dèfense des Etats).
Yan hoeveel beteekenis de kennisneming van het gansche opstel
van den heer Rombouts zoude zijn geweest, is, naar wij meenen,
eenigszins af te leiden uit ons stuk over de grondslagen van de
verdediging van Java, voorkomende in den jaargang 1880 van het
Militair Tijdschrift; dat stuk toch ontleende zijn waarde geheel aan
de door hem verzamelde gegevens. In 1880 had de geest van open
baarheid reeds zooveel vorderingen gemaakt, dat niemand ons, of den
toenmaligen redacteur, over de uitgaaf zonder voorafgaande machtiging
lastig viel.