446 -
De herinnering aan Rombouts, aan den trouwsten vriend dien wij
ooit hebben gehad, deed ons hier eene uitweiding maken. Wij keeren
terug tot de geschiedenis van het Militair Tijdschrift.
Wie de verdere afleveringen van den eersten en tweeden jaargang
naziet, zal opmerken dat het daarin aan verscheidenheid niet ont
breekt. Inderdaad was de medewerking dan ook weldra voldoende
te noemen. Natuurlijk: het eene stuk was beter dan het andere!
maar alles te zamen genomen, dunkt ons, maakte het jeugdige tijd
schrift geen slecht figuur.
Dit (dankbaar moge het worden herinnerd, want de zes en twintig
jarige „hoofdredacteur'' had wel eens eenige aanmoediging noodig;
hij stond, natuurlijk, nu en dan aan hatelijke aanvallen bloothij
moest hard werken om te zorgen dat de afleveringen steeds op tijd
verschenen, en vroeg zich-zelven nu en dan wel eens af of hij wel
verstandig gedaan had, zich al die soesak op den hals te halen)
dit werd ook in Nederland erkend. De voornaamste militaire schrij
vers van dien tijd Knoop, De Roo van Alderwerelt, \Y. A. van
Rees schreven zeer gewaardeerde brieven van goedkeuring en
sympathie; eenigen tijd later ontvingen wij de mededeeling dat Z. M.
de Koning, nadat „Hoogst Dezelve zich van de belangrijkheid van
dit tijdschrift heeft overtuigd", onder de inteekenaren wenschte te
worden opgenomen (24 September 1870); en in Februari 1871 werd
het Militair Tijdschrift uitvoerig en in zeer vleiende bewoordingen
aangekondigd in De Gids door den majoor later generaal P. M.
Netscher.
Onder de belangrijkste opstellen, in de beide eerste jaargangen
voorkomende, kunnen wij nog vermelden een van den toenmaligen
kapitein Yerstege, over de noodzakelijkheid van eeu generalen staf;
een van den luitenant, later luitenant-kolonel, Helderman, over de
expeditie naar Ceram van 1865—1866. Vertalingen of omwerkingen
uit vreemde tijdschriften of boeken kwamen er niet veel in voor.
Nu wij van deze laatste categorie van tijdschriftartikelen spre
ken, worde hier medegedeeld hoe we daaraan kwamen. De redactie
ontving geregeld de Belgische, Fransche, Duitsche en Engelsche
militaire tijdschriftenen deelde daaruit aan hare lezers mede wat