447 haar voor Indische officieren bijzonder wetenswaardig voorkwam. Maar van de boeken, in den vreemde uitkomende, kon zij zich onmo gelijk voldoende op de hoogte stellen. Hiervoor meldde zich weldra een medewerker in Europa aande heer S. E. W. Roorda van Eijsinga, die destijds bij Brussel, later aan het meer van Genève woonde. Yooral met het oog op het gevaar, dat er niet voortdurend genoeg medewerking wezen zou, werd dat aanbod gaarne aanvaard; en wie de oude jaargangen ter hand neemt, zal moeten erkennen dat hij vele belangrijke overzichten heeft geleverd van werken, die anders hoogstwaarschijnlijk in Indië onbekend gebleven zouden zijn. Yooral in de eerste jaren; later werd de geestesrichting van Roorda eene andere, had hij minder hart voor militaire zaken, en was het dikwijls twijfelachtig, of het gezondene de moeite der plaatsing wel waard wasOnze opvolger heeft dan ook van zijne diensten terecht geen gebruik meer gemaakt; maar wij moeten verklaren, dat zooals ook aanstonds zal blijken er een tijd is geweest waarin wij ze niet gaarne zouden hebben gemist. In den jaargang 1872 is, meer dan in den vorigen, de redacteur zelf aan het woord. Dien bundel thans nog eens doorbladerende, valt allereerst ons oog op een opstel: „De noodzakelijkheid der ver plaatsing van den bestuurszetel," waarin eene wederlegging en beschouwing voorkwamen van sommige uitingen, bij de behandeling der Indische begrooting voor 1872 door den Minister van Koloniën (Yan Bosse) over de verdediging van Indië ten beste gegeven. Dat opstel was geschreven en naar de drukkerij gezonden zonder dat iemand daarvan kennis genomen had. Maar ook de generaal Kroesen had zich geërgerd aan de wijze, waarop de Minister met de Indische militaire zaken omsprong, en beklaagde zich daarover bij de Indische Regeering, die de klacht naar Nederland overbracht. Het antwoord is ons onbekend gebleven, maar daarin moet zoo iets gestaan hebben, dat de Generaal zich niet tegelijkertijd in het Militair Tijdschrift tot het publiek had behooren te wenden Een bewijs alweer, hoe zelfs ministers zich kunnen vergissen. Eenige sensatie maakte het „Protest," gericht tegen een stuk van

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1894 | | pagina 466