- 451 toegezonden vertaling. Slechts drie stukken waren afkomstig van ijverige medewerkers, twee van denzelfdenhet twintigste was van geringen omvang De verklaring is niet ver te zoeken. Atjeh nam alle krachten in beslag; er waren compagnieën, die in een jaar zeven malen van com mandant hadden veranderd; vele officieren waren door die overplaatsingen of door ziekte tijdelijk aan den dienst onttrokken, en hun werk moest door anderen worden verricht. In het algemeen kan men wel zeggen: het was in 1875, en ook in de eerste jaren daarna, al een bijzonder ongeschikte tijd voor studie. Onder inderdaad moeielijke omstandig heden is alzoo verder tot het einde van 1878 toe, de redactie door ons gevoerd moeten wordente meer moeielijk omdat, met het oog op het groot incompleet bij ons wapen, er al zeer weinig uren voor niet- ambte lijken arbeid beschikbaar bleven. De jaargangen 18<61878 vertoonen dan ook, in hoofdzaak, het zelfde Karakter als 1875: veel stukken van Roorda, veel vertalingen die men kon laten maken, betrekkelijk nog veel eigen werk van den redacteur, weinig medewerking van het officierskorps. In 1876 en 1877 zijn belangrijke mededeelingen opgenomen omtrent den Padri-oorlog. De generaal Diemont, die adjudant van den kolonel van der Hart was geweest en in het bezit was van diens uitvoerig jour naal, was de schrijver daarvan, evenals van Sumatra's Westkust in 1847", in 1878 gedrukt. Yerder plaatsten wij nog een zeer uitvoerige geschiedenis van den opstand der Sipahi's in Britsch-Indië. Het kon natuurlijk niet in onze bedoeling liggen, hier melding te maken van al wat in de verschillende jaargangen is opgenomen. Yele belangrijke opstellen, ook thans nog alleszins de lezing waard o. a. die van Monitor", onzen meest gewaardeerden medewerker lieten wij onbesproken. Het was bij de vermelding van al het vorenstaande, onze bedoeling, te doen uitkomen wat de grootste moeielijkheid is geweest waarmede wij te kampen hadden: een eenigszins sterke staf van medewerkers ontbrak. Daarom moesten wij de geschiedenis der Sipahi's voor het Tijdschrift doen bewerken; voorzeker, het onderwerp was interessant genoeg,maar liever hadden wij toch dezelfde ruimte inge nomen gezien door opstellen, op Nederlandsch-Indië betrekking hebbende.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1894 | | pagina 470