CAVALERIETACTIEK.
In nummer 4 van dezen jaargang kondigden wij de verschijning aan
van „een nieuw leerboek over tactiek", op last van den Minister
van Oorlog in Nederland, vervaardigd door de le luitenants der infan
terie A. Hoogeboom (die thans kapitein is) en Gr. J. C. A. Pop.
Verkeerden we, toen wij die aankondiging schreven, in de meening,
dat wij voorshands alleen te doen hadden met een leerboek over de
tactiek der infanterie en dat die over de cavalerie en artillerie in eenen
afzonderlijken band weldra zouden volgen uit het dezer dagen van de
pers gekomen, voor ons liggende Hoofdstuk II blijkt ons thans,
dat het leerboek zal omvatten de Tactiek van alle wapenen en dat
thans die der cavalerie het licht ziet, om over eenige maanden door
een over artillerietactiek handelend Hoofdstuk III te worden gevolgd.
Verneemt men nu alverder dat deze tactische leercursus voor het
ruiterwapen,100 pagina's druk met een 5 tal duidelijke platen
ons even lezenswaardig voorkomt als het over de infanterietactiek
handelend Ie Hoofdstuk, omdat deze nieuwe pennevrucht van even
veel belezenheid der makers getuigenis aflegt, dan zij reeds hiermede
verklaard, dat wij elk Indisch officier met de meeste gerustheid durven
in overweging geven, zich zoo spoedig mogelijk van den rijken in
houd van het boek in persoon te vergewissen.
Het zij ons na deze ontboezeming veroorloofd, eene wandeling door
het boek te maken en nu en dan een oogenblik stil te staan op enkele
paden, die, niet uitsluitend door den officier in Europa, maar even
zeer door den officier van het Indisch leger leerzaam af te patnpuil-
leeren zijn.
Men vergunne ons het maken van dien marsch, opdat wij des
te beter in het licht stellen, hoeveel lezenswaardigs er in des
Heeren Hoogeboom en Pop 's belangrijke cavaleriestudie al zoo
voorkomt.