471 Voorts wordt omtrent de officieren-aanvoerders met bijzonderen nadruk ten plicht voorgeschreven, om „weit vor der Front, allgemein sichtbar" vóór hunne onderhoorigen te rijden. De schrijvers van den leercursus keuren het daarom af, dat in het Oostenrijksche en Zwitsersche leger, nog altijd de eskadronscomman dant, tijdens de charge, in de lijn der pelotonscommandanten rijdt, in stede dat zij een halve eskadronsbreedte vóór blijven en dat niet in de gesloten-, maar in de verspreide orde, ook bij de Belgische en Fransche cavalerie de pelotonscommandanten, op gelijke hoogte van de ruiters in het gelid mogen rijden. Ten opzichte wijders der formatiën, die de cavalerie in onder scheidene legers aanneemt, leert ons het boek, dat: 1 de ontwikkelde linie de normale gevechtsvorm is; -2 de linie van eskadronscolonnes als grondvorm voor de bewegingen op het gevechtsveld wordt beschouwd 3°. de aaneengesloten eskadronscolonnes massa en de dubbele colonne bij uitstek als verzamel- of bewegingsvorm buiten het vijan delijk vuur gebezigd worden. 4°. de pelotonscolonne de overgangsvorm is van de marschfor- matie tot verzamel-, manoeuvreer-of gevechtsvormen; 5°. de open en gesloten colonne met eskadrons slechts hulpmid delen kunnen zijn tot zijwaartsche verplaatsing; 6°. de colonne met vieren bij uitzondering die met drieën als de normaal marschvurm beschouwd en van die met tweeën of eenen slechts door den nood gedrongen, gebruik gemaakt wordt; 7°. de échelonsformatie met ontwikkelde eskadrons alleen bij uitzon dering als gevechtsvorm gebezigd wordt en slechts dan als tijd of ruimte tot den opmarsch van het geheele regiment ontbreken; 8°. de échelonsformatie met eskadronscolonnes slechts als overgangs vorm dient, om de linie van eskadronscolonnes van directie te laten veranderen of deze directieverandering voor te bereiden en 9 aan de halfcolonne óf geene, öf een zeer geringe waarde wordt toegekend. Uit de paragraaf „Bewegingen en évolutiën" blijkt, dat de tijdmaat

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1894 | | pagina 488