475 De makers van het boek trouwens schrijven daarover geheel in den geest van den waren cavalier, wijl zij er van zeggen, dat het gevecht te voet alleen dan door den ruiter mag te baat genomen worden, als de nood hem daartoe dwingt, d. w.z., als hij zijn ge- vechtsdoel niet op cavaleristische wijze, d. i. met de borst van het paard en de lans of sabel kau bereiken. De laatste paragraaf eindelijk vermeldt al het wetenswaardige omtrent het gebruik door cavalerie van het pioniergereedschap. Een oud-Hoofdofficier.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1894 | | pagina 492