477
gevecht veroorzaakt, bij de wet gestraft, daar de wetgever „iet de
gevolg™ „o het deel bij bet wetboek heeft gevang,chikt onder
zten b d n'"' M 8USe°' 3ie °ie'
zien bp de gevallen in art. 243 en volgende omschreven. Ne die uit.
errng echter bij de wet met is gemaakt, blijven de bloedige
gezogen van het tweegevecht alzoo strafbaar, omdat zij onder het
geween strafrecht vallen. Deze „p„tli„g j, .ind,
we voor ten tijd als later, bij de in eene sententie van het Hoog
Mtt.air Gerechtshof va. Nederland,eh-I„diê dd. 6 November l^
geÏolg? ,e,dT' '"d b0,e"SM,eldM d°°' d* Indisch, rechtspraak
gd' °°de' Pfaesidium van Mr. Puhto, hetzelfde Oolle-
g;nm Sepremem Militair, bij sententie dd. 4 Augustus 1893 eene
g n.ch andere meen.ng openbaarde, waarbij het tweegevecht, ook in
zijne gevolgen, niet strafba,r werd
er,„„eren hoe d,e nieuwe leer in het algemeen bestrijding von'd en
zelf, door de verachillende Indiache dagbladen (1) op afdoende
gronden werd weerlegd, waarmede wij ons geheel kunnen „enigen
d e hoofdzaak overeenkomen met onze hierboven ontwikkelde
opvattiDg.
De leer van het Hof omtrent de uiet-strafbaarheid van het duel
is gansch niet nieuw. De gronden, waarop die leer door het Hof
wordt verdedigd en ontwikkeld, vindt men mede vermeld in de Varia
va. de 1. aflevering van de. loopenden jaargang van dit Tijdschrift
ede het opschrift„Het duel „iet meer strafbaar," waarnaar wij
den lezer kortheidshalve bij onze bestrijding verwijzen.
ij geven gaarne toe, dat in de oudere Fransche wetgeving vóór
e invoer,ng van den Code Penal van 25 September 1791 de opvattint*
terechte, dat de handeling van het duel „iet al, een. gowelddadig-
hrnd tegen personen, maar al, een misdrijf tegen den Koning, di.
gen den Staat, werd beschouwd, doch dit argument is 50 jaar geleden
r«d, Mr. Fki, ta. j„ zijne pleitrede voor het Hoog Mi,ti
Gerechishof den 23» Mei 1844 aangevoerd, door Mr. van der Linden
afdoende weerlegd (2),
T lts.
(2) Themis. Zesde deel. 1845.