478 Ik kanzegt de geleerde schrijver, het argument bestrijdende niet toegeven dat uithoofde het duel, hoedanig men ook daartoe hadde medegewerkt en welke ook de uitslag geweest moge zijn, als crimen majestatis gestraft werd, de gevolgen van het duel, hetzij verwonding of nederlaag, daardoor boven het misdadige waren ver heven. Verwonding en manslag kwamen niet in aanmerkin-r, waar een feit, onafhankelijk van die mogelijke gevolgen, gestraft werd. In elk geval werden verwonding en doodslag om zich zelve gestraft en waren op zich zelve misdadig; maar zij verloren dat misdadig karakter Diet, omdat zij niet afzonderlijk waren straibaar gesteld daar waar zij voorkwamen als gevolgen van een feit, dat zelf reeds hooger gestraft werd. De straf van aanslag op het leven verzwelgt de af zonderlijke straf op de mishandeling of verwonding, welke als gevol gen van dien manslag moeten worden aangemerkt. Maar zoude het niet onjuist zijn daaruit afteleiden dat die gevolgen zelve straffeloos waren en boven het misdadige verheven? Was er doodslag, er was altijd homicidin crimen, maar was er duel, het crimen homicidin verdween in het zwaardere crimen majestatis. Het is waar, vervolgt de schrijverais speciaal feit werd gedurende geruimen tijd het duel gestraft, maar nu die speciale wetgeving verviel, hoe konden toen de overigens verboden dadeD, welker strafbaarheid slechts was gedekt geweest door de groo- tere misdaad, waarbij zij gevolg konden wezen, daardoor onstrafbaar, niet misdadig worden Door de wet op het duel waren verwonding en nederlaag in duel gepleegd aan den regel onttrokken toen de excipieereude wet ophield kracht te hebben, vielen zij toen van zelf niet weder onder toepassing van den algemeenen regel? Voor zoover de meening van Mr. v. d. Linden, waartegen, ons inziens, niets valt te zeggen. Het Hof vindt verder steun in zijn opvatting in de geschie denis der wording van den Code Penal, zijnde een prototype onzer Indische verouderde wetgeving voorwaar! als door het feit dat de rechtspraak van het Pransche Hof van Cassatie tot in 1838 toe immer heeft aangenomen dat het duel bij genoemd wetboek niet met straf is bedreigd, terwijl toch de juristen, die dit Hot gedurende den eersten tijd der werking van dien Code samen-

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1894 | | pagina 495