484 Loop trekken I lengte. .kaliber7.65 mM. aantal4 diepte0.17 mM. breedte4.46 chtingrechtsch. spoed250 mM. 78 gewicht kogel14.1 Gr. ladiDg2.5 patroonhuls met slaghoedje 11.3 geheele gewicht28 Patroon^ kruitsoortL 3 von Wetteren. metaal kernlood. mantelMaillechort. doorsnede bodem7.95 mM. bij den ogiefvorm. 7.65 lengte projectiel30 2 Aanvankelijke snelheid600 M. Snelheid terugstoot2.15 Maximum gasdruk2000 atmospheren. Aan de wapenfabriek Herstal bij Luik is de aanmaak van 150.000 geweren opgedragen. Het staal voor de loopen moet minstens een elasriciteitscoëfficiënt hebben van 50 KG. en een brekingscoëfficiënt van 70 KG. Op de 1000 geweren worden er 5 aan een geweldproef onder worpen en wel met, een kogel van 14 gr. en een lading die 5000 atmos pheren druk geeft. Bij het nameten mag de loop niet meer dan 0.05 mM. zijn uitgezet; deze proef wordt, wanneer het geweer geheel klaar is, nog eens herhaald meteen kogel van 14 1 gr. en 4000 atmospheren druk de uitzetting moet nul zijn. Ieder geweer wordt op 200 M. ingeschoten met 5 patronen. Vijf schoten moeten vallen binnen een cirkel van 16 cM. straal. Een repeteerkarabijn, waarvan de patroon dezelfde is als die van het geweer, is eveneens aangenomen. Deze karabijn is 1 M. lang en weegt 3.25 KG. De quaestie omtrent een bajonet is nog niet afgeloopen. Ook hebben er proeven plaats gehad met het Margageweer, kalibers 8 en 6.5 mM. I

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1894 | | pagina 501