39
De soldijen, toelagen, vivres en kleeding, doch geen werkgelden van
het personeel der compagnie artilleriewerklieden.
0 de klerken,
het machinepersoneel,
den Inlandschen magazijnsmandoer,
g I de magazijnsknechten,
de bureauoppassers,
de koelies,
de gelden voor schrijfbehoeften, de gelden voor steenkolen en smeer
middelen, de gelden voor onderhoud der gebouwen.
Volgens Art. 90 van het reglement op den A. C. W. (Algemeene
order N°. 80 van 1875) worden niet in rekening gebrachtinteresten
van het kapitaal dat de A. C. W. bij aankoop heeft gekost, waarde
vermindering der gebouwen, kosten van nieuwe aanbouwingen, inte
resten van het kapitaal, gerepresenteerd door de voorraden aan
gereedschappen en materialen.
Het zou kunnen zijn dat bij overgave aan de particuliere industrie
van alle voorwerpen, welke daarvoor maar eenigszins in aanmerking
kunnen worden gebracht, de hoeveelheid werk in sommige werkplaatsen
zoodanig verminderde, dat enkele onderopzieners en meesterknechts
uit de formatie zouden kunnen vervallen; mogelijk zou de admini
stratie iets minder uitgebreid worden en een weinig op magazijnsper-
soneel, klerkenloon en dergelijke bezuinigd kunnen worden; maar
het is duidelijk dat het bedrag der algemeene onkosten op verre na
niet evenredig met het bedrag der eigenlijke productiekosten vermin
deren zou en dat dus de percentsgewijze verhooging voor algemeene
onkosten op de overige artikelen aanmerkelijk zou stijgen.
Een voorbeeld zal dit zoo noodig nog duidelijker maken. Onder
de goederen der eerste serie komt voor harnachementdaar nu het
aanmaken van goed harnachement zeker tot het moeielijkste zadel-
makerswerk behoort, mag besloten worden dat ook al het overige,
wat nu in de zadelmakerij van den A. C. W. wordt vervaardigd, uit
de particuliere industrie zou kunnen worden betrokken; zoodat zich
hier het buitengewoon gunstige geval voordoet, dat door die overgave
een geheele werkplaats kan worden opgeheven. Daardoor komen de
inkomsten van het opzichtvoerend personeel voor die werkplaats en
P I