45 -
1 Opziener over de instrumentmakerij gebiedend vorderen zou.
Dat hier eene formatie aan personeel ter sprake gebracht wordt,
geschiedt slechts omdat deze terstond eenig denkbeeld geeft van de
uitgebreidheid van zoodanig atelier en van de onkostenrekening
waarmede de herstellingen zouden bezwaard worden.
Als drijfkracht zou een enkele locomobile of petroleum-motor kun
nen dienen en er zou uitsluitend met vrije Inlandsche werklieden
gearbeid moeten worden. Daar noodzakelijk eenige voorraad materialen
en gereedschappen aanwezig moet zijn en bovendien de verantwoor
ding der te herstellen goederen, in gebruik zijnde gereedschappen
en verbruikte materialen een tamelijk omvangrijk administratief be
heer noodzakelijk maakc, zou aan het atelier een magazijnmeester
4de klasse verbonden moeten zijn.
Het dient dus wel overwogen te worden dat bij aanneming van
dit stelsel van voorziening in de behoefte aan artilleriematerieelde
begrooting, tegenover de winst van alle uitgaven thans daarop voor
den A. C. W. voorkomende, wordt bezwaard met een vrij aanzienlijk
bedrag voor zoodanig atelier. Het is zeer de vraag of voor het
verschil tusschen deze beide sommen alles wat de A. C. W. thans
aflevert van even deugdzame qualiteit kan worden aangeschaft met
inbegrip van kosten van keuring in Nederland en in Indië en kosten
van emballage en transport.
Op grond van de hoogervermelde overwegingen moet deze vraag,
naar onze meening, beslist ontkennend beantwoord worden. Zeker
heid dienaangaande bestaat evenwel niet; deze zou alleen door een
proef te verkrijgen zijn; maar zulk een proef verdient geen aanbe
veling, want een proef op kleine schaal wijst niets uit en aan een
tijdelijke opheffing van den A. C. W. valt eenvoudig niet te denken.
Op zijn zachtst kan dus gezegd worden dat de voordeelen aan de
opheffing van den A. C. W. verbonden hoogst twijfelachtig zijn; en
tegenover die twijfelachtige voordeelen staan de volgende positieve
nadeelen.
1. Zeer groot verlies bij den verkoop van den A. C. W. met
zijne vele gebouwen, groote voorraden en uitgebreiden inventaris.
2. Belangrijke bedragen aan pensioenen en wachtgelden van bui
ten betrekking gerakend burgerpersoneel.