63 De schrijver beschouwt de zaak dus uitsluiteud uit een financieel oogpunt enwanneer wij hem daarin volgenzullen beide vorenge noemde voorzieningswijzen nagegaan moeten worden. Vooraf merken wij echter op dat, waar sprake is van de voorziening in oorlogs behoeften in het algemeen en bovenal van munitieaanvulling van een leger, de daaraan verbonden financieele gevolgen niet de eenige zijn, waarop behoort te worden gelet, zelfs bij het nemen van een beslissing niet den doorslag mogen geven. Alle overwegingen nu van niet financieelen aarddie in het onderdeel over de buskruit- molens zijn aangevoerd voor het behoud van een buskruitfabriek in Indië, gelden evenzeer voor de patroonfabriekvoor deze inrichting worden zij evenwel door nog andere krachtig gesteund. In de allereerste plaats spreekt hier de ondervinding een zeer ernstig woord mede. Bij de invoering van het achterlaadgeweer kl. kal. (stelsel de Beaumont) is de oprichting eener patroonfabriek in Indië terstond als een noodzakelijk daaraan verbonden gevolg erkend; door de Regeering in Nederland zelve werden onmiddellijk maatregelen genomen voor de uitzending van de noodige machines voor de ver vaardiging der hulzen in Indië. Ter voorziening in de eerste behoefte en nog vele jaren later tot vorming van een oorlogsvoorraad zijn echter belangrijke hoeveelheden patroonhulzen en geconiectionneerde patronen uit Nederland naar Indië gezonden. De hulzen hebbenzelfs nieuw zijnde, herhaaldelijk tot klachten aanleiding gegeven; het is voor gekomen dat de hulzen, reeds bij ontvangst, in grooten getale oxydaiieverschijnselen vertoonden en zelfs dat bij een schietproef met patronen van nieuw aangevoerde hulzen 4°/0 nabranders werden verkregen. Men moge toen in Nederland gemeend hebben dat de oorzaak van die nabranders in de bij de proef gebezigde geweren moest worden gezocht; zelfs getwijfeld hebben .of de proefnemers wel een juist begrip hadden van hetgeen onder een nabrander moet worden verstaan dit neemt het feit niet weg, dat bij beproeving m diezelfde geweren van patronen, vervaardigd van Indische hulzen met Indische slaghoedjes en bij denzelfden maatstaf van beoordeeling, geen nabranders werden verkregen. Waar dit bij nieuw aangevoerde hulzen voorkwam, behoeven de menigvuldige teleurstellingen met patronen, die een zeker aantal

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1894 | | pagina 74