64
jaren waren opgelegd, niet in het geheugen te worden teruggeroepen»
Wegens onvoldoende capaciteit van de Delftsche patroonfabriek, om
tegelijkertijd in de behoefte van Nederland en Iudië te voorzien,
zijn indertijd ook hulzen, afkomstig van een particuliere fabriek in
Engeland uitgezonden; bij deze hulzen kwam afscheuren van den
bodem, dat natuurlijk met hevige en voor den schutter gevaarlijke
gasontsnapping gepaard ging, zoo herhaaldelijk voor, dat zij voor
patroonfabricage ongeschikt bleken.
Als gevolg der jarenlange ervaring van de hooge eischenwaaraan
patronen voor gebruik en vooral voor opbewaring in Indië hebben
te voldoen, wordt aan sommige onderdeelen der patroonfabricage,
met name het vernissen der hulzen, de bereiding der slagkwik, de
menging der slagsas en de vulling zoowel der slaghoedjes als der
patronen zelve, te Soerabaia veel meer zorg besteed dan te Delft.
Met nadruk vestigen wij de aandacht van den lezer op het eerste
gedeelte van den voorafgaanden zin; er is toch geen sprake van,
te beweren dat de zorgvuldigheid der patroonfabricage te Delft te
wenschen overlaten zou; immers in Nederland wordt over de te
Delft vervaardigde patronen evenmin geklaagd, als over die van
Soerabaia in Indië. De zaak is alleen deze, dat de patronen in
Indië aan andere en strengere eischen hebben te voldoen dan in
Nederland; wie het met uit eigen ervaring weet, kan zich geen
juist denkbeeld maken van de vernielende werking die het Indisch
klimaat (zeer groot vochtgehalte van de atmosfeer, gepaard aan
hooge temperatuur) uitoefent op alle munitiën, waarbij oxydatie en
in het algemeen scheikundige omzetting kan voorkomen.
Werd dan ookzoo als boven reeds is gezegdterstond bij de
Jn voering van het achterlaadgeweer de oprichting van een patroon-
fabriek in Indië als een noodzakelijk daaraan verbonden gevolg be
schouwd; thans, nu die fabriek ongeveer 20 jaren in werking is meenen
wij op grond van hare resultaten te mogen zeggen dat die beschouwing
en de werkdadige tenuitvoerlegging daarvan, nooit een oogenblik
berouw hebben gekweekt.
Geldt dit het verledene en moet de mededeeling van den heer
Witte op bladz. 507 „De invoering van rookzwak buskruit, dat,
„naar het zich laat aanzien, weinig bestand is tegen langdurige