65
„oplegging en het metaal der hulzen al spoedig zal aantasten
„eenerzijds en de invloed van uitsluitende pakjeslading, welke zeker
„niet tot verminderd munitieverbruik zal leiden, anderzijds, maken
„dus het waarborgen van voldoende munitieaanvulling in tijd van
„oorlog dubbel bezwarend" als juist worden aangenomen, dan geldt
het a forteriori voor de toekomst. Mocht dan ook de invoering
van een repeteergeweer van minimaal kaliber gepaard gaan met de
bepalingdat de daarvoor noodige patronen of zelfs maar patroonhulzen
in Nederland of in het buitenland zullen vervaardigd worden
dan staatin ons oogdie invoering gelijk met een ramp voor
het Indische leger, waarvan de gevolgen nog niet zijn te overzien.
In Nederland wint de overtuiging steeds meer veld, dat de over
brenging van de Rijks artillerie-inrichtingen, vooral van de patroon-
fabriek, naar de reduitstelling te Amsterdam een onafwijsbare eisch
is in het belang der defensieengezien van het standpunt van
een werktuigkundig ingenieur, aan die artillerie-inrichtingen verbon
den moet het denkbeeld van die fabriek op zoodanigen voet in te
richten, dat zij tevens in de behoefte voor de Departementen van
Marine en Koloniën voorziet, iets zeer aantrekkelijks hebben, welk
denkbeeld ook bij anderen licht ingang vindt, omdat het tevens
aanleiding geeft een belangrijk deel der kosten van oprichting op
de begrooting van Koloniën te brengenmaar als officier van het
Indisch leger kunnen wij dat denkbeeld niet toejuichen.
De ongezonde toestand, voortvloeiende uit de onmogelijkheid in
Indië zelf buskruit en patronenin het algemeen munitiënaan te
makenligt bij eenig nadenken voor een iederook den niet-militair,
open en een ieder zal de billijkheid moeten erkennen van den eisch
dat het Indische leger, wat de aauvulling zijner munitievoorraden
betreft, onafhankelijk moet wezen van Europa. De Commandant
van het Leger behoort verantwoordelijk gesteld te kunnen worden
voor de hoedanigheid en de hoeveelheid der munitie en dat
kan niet zoolang de aanmaak in Nederland geschiedt en ze van
Dl. II 1894. 5
(1) De ervaring met de tot nu in Indië onderzochte rookzwakke buskruitsoorten
opgedaan, wettigt die vrees niet. Yan patronen, langer dan een jaar gevuld opgelegd,
vertoont de inwendig niet geverniste huls geen spoor van aantasting door de lading.