71 is, maar uit een oogpunt van financieel beleid gebiedend wordt gevorderd. Daar wij aan het einde van ieder onderdeel onze conclusie ten opzichte van de daarin behandelde artilleriewerkplaats stellig hebben uitgesproken, mogen we ons ontslagen achten van de taak die con- clusiën hier te resumeeren. Evenwel meenen we onze beschouwingen, over het al of niet wen- schelijke der opheffing van een of meer dier werkplaatsen, niet te mogen eindigen zonder nog een paar opmerkingen mede te deelen, die wel hoofdzakelijk voor de P. W. en de buskruitmolens gelden, maar toch ook op de artilleriewerkplaatsen in het algemeen betrekking hebben. Zooals in het voorafgaande reeds is aangetoond, werkt de patroon- fabriek buitengewoon goedkoop; dit geldt echter niet uitsluitend haar, doch de geheele P. W., wat geen nader bewijs behoeft dan de ver- meldiug dat het cijfer 8,88, als gemiddeld percentage der algemeene onkosten over de besproken drie jaar, getrokken is uit de balansen voor de geheele P. W., waarvan de patroonfabriek slechts een deel uitmaakt. In weerwil daarvan vormt de P. W. naar mede uit de opgegeven cijfers van uitgaven voor de patroonfabriek blijkt, een zeer zware post op het budget der artillerie en werkt zij aldus mede der artillerie den naam te bezorgen van een zeer duur wapen te zijn en alzoo de meening ingang te doen vinden dat bezuiniging daarop nood zakelijk is. "Wat is echter het geval Behalve een betrekkelijk klein aantal revolverpatrouen strekt de geheele opbrengst van de patroonfabriek ten dienste van de infanterie en de cavalerie. Evenzoo is van buskruit No. 2, het hoofd- bijna het uitsluitend product van den buskruitmolen te Ngawie, het verbruik bij de artillerie onbeteekenend, vergeleken bij hetgeen dient voor den aanmaak van de voor de infanterie en cavalerie bestemde patronen tot achterlaadgeweren en karabijnen. Zoo ook geschieden, om een ander onderdeel van het wapen te noemen, bijna alle uitgaven voor de geweermakersschool en de inspectie der draagbare wapenen in het belang van de infanterie en cavalerie. Niettemin komen alle uitgaven voor de P. W., de inspectie der buskruitfabricage en de inspectie

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1894 | | pagina 82