76 met dit onderwerp - thans wachten „p de invoering van het nienwe geweer en dat er getracht aal worden meerdere overeenstemming met de Nederlandsche reglementen te verkrijgen. Doch behalve die wenschelijkheid van meerdere overeenstemming moet de mogelijkheid daarvan beoordeeld worden. Ik heb reeds voorop gezet, dat ook ik die mogelijkheid inzie, doch en nu treed ,k direct een grooten stap terug, ik zie aan de andere zü e 10, dat men bij het trachten om meerdere overeenstemming in de reglementen te brengen slechts geringe uitkomsten zal kun nen bereiken. Hier verschil ik dus merkbaar met den Heer Niesten id opvatting. Het zou mij tot een veel te ver gaande studie leiden om deze bewering door een onderlinge vergelijking der verschillende reglemen ten e bewijzen. Yele der door den Heer Niesten aangegeven voor beelden zouden werkelijk in beide reglementen gelijkluidend kunnen wezen, de mogelijkheid van dit te verkrijgen zou voor vele andere gevallen ernstig moeten worden overwogen; de onmogelijkheid tot het verkrijgen dier overeenstemming springt bij enkele zijner voorbeel den den Indischen officier direct in het oog. Mijn schrijven heeft ten doel hen, die genoeg belang in de zaak stellen om het opstel van den Heer Niesten te lezen, doch die door andere werkzaamheden niet in staat zijn, het behandelde onder werp zelfstandig te beoordeelen en zich wellicht onwillekeurig door lens beschouwingen laten medenemen, tegen overschatting van het daarin vooropgestelde te waarschuwen. D. bemoeiingen in zake hel Indische leger „it N.d.ri.nd uitgaande levereu, mijn, inziens, in de laatste jaren voor dat leger een gioot gevaar op. Maar al te weinig wordt rekening gehouden met de omstandigheid, dat het Nederlandsch-Indische leger in om- standigheden verkeert, die niet hier in den Haag, maar in Indië dienen te worden beoordeeld. De reorganisatie van het hoofdwapen, ie door den Minister van Koloniën, buiten overleg met de Indische J egeenng, haar als een fait accompli ter uitvoering werd toegezonden 18 Wf.ieienjder 8terk8te voorbeelden daarvan. Het opheffen van de mogelijkheid om in Indië den officiersrang te behalen is een tweede voorbeeld, hoe weinig men met de belangen van het leger aldaar

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1894 | | pagina 87