86 Men moet niet vergeten dat de rechter ook de onschuld van den beklaagde moet trachten te bewijzen, dat het dus niet zelden voor komt dat onschuldigen voor een krijgsraad moeten terechtstaan. Maar ook zij die aan lichte vergrijpen schuldig zijn behoeven niet per se, voor dat hunne zaak is onderzocht, in een straflocaal te worden geplaatst. Zij worden voorloopig bewaard, omdat men nog niet weet of zij al dan niet op vrije voeten zullen kunnen blijven. Maar die bewaring is geen straf, en mag daarvan zelfs niet den schijn hebben. En omdat de voorloopige hechtenis geen straf is, ben ik ook van oordeel dat zij altijd in mindering moet komen van het vonnis. Want hoe zacht de voorloopige gevangenschap ook moge gemaakt worden, het blijft gevangenschap, en het is eene onrechtvaardigheid den man drie maanden langer gevangen te houden, dan zijn von nis luidt. Ik hoop hierdoor een woord te hebben gesproken in het belang van het goed recht van den soldaat, in 't bijzonder van hem, die ten onrechte is verdacht. Verdachten hebben aanspraak op eene goede behandeling! G.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1894 | | pagina 97